oppervlakte rechthoekszijden = oppervlakte schuine zijde
Slide 4 - Quiz
Wat is de schuine zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR
Slide 5 - Quiz
Welke is een rechthoekzijde?
A
AC
B
AB
C
BC
D
AC en AB
Slide 6 - Quiz
Bereken de lengte van AB. Gebruik het werkschema van Pythagoras. Rond af op één decimaal.
Slide 7 - Open question
Bereken zijde PQ met de stelling van Pythagoras. Rond af op 1 decimaal.
Slide 8 - Open question
Van de balk ABCD.EFGH is AB=14, BC=7 en AE=6. Bereken met de stelling van Pythagoras de lengte van lijnstuk BD
Slide 9 - Open question
Wat is de formule voor de vergrotingsfactor?
A
origineel : beeld
B
beeld : origineel
C
lengte x breedte
D
lengte x breedte : 2
Slide 10 - Quiz
De een is het beeld en de ander het origineel. Welke △ is het beeld?
A
△ABC
B
△DEF
Slide 11 - Quiz
Bij een kopieerapparaat werk je met procenten. Als je een foto 2 x wil vergroten zet je hem op 200 %. Wat gebeurt er als je het apparaat op 160 % zet ?
A
Hij vergroot alles 160 x
B
Hij vergroot alles 1,6x
C
Hij verkleint alles 16 x
D
Hij verkleint alles 0,16 x
Slide 12 - Quiz
Zijn deze afbeeldingen gelijkvormig?
A
ja
B
nee
C
dat kun je niet zien
Slide 13 - Quiz
Zijn deze driehoeken gelijkvormig?
A
ja
B
nee
C
geen idee
Slide 14 - Quiz
Wat is de vergrotingsfactor?
Slide 15 - Open question
Bekeken de oppervlakte van de vergroting.
Slide 16 - Open question
Een rechthoek met een oppervlakte van 5 cm² wordt vergroot met factor 3. Bereken de oppervlakte van de vergroting.
Bij vergrotingen van een oppervlakte vermenigvuldig je met de factor²; dus factor x factor x oorspronkelijke oppervlakte.