This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De nieren spelen een rol bij.....
Slide 2 - Mind map
Filteren van afvalstoffen uit het bloed
Regulatie van de bloeddruk
Osmose regulatie
pH waarde op pijl houden
Produceren van hormonen
Slide 3 - Slide
Het antidiuretisch hormoon (ADH)
A
Bevordert de filtratie van het bloed
B
Bevordert de resorptie van water in de nieren
C
Zorgt voor meer urineproductie
D
Zorgt voor samen trekken van de blaas
Slide 4 - Quiz
Wat is het gevolg van de werking van het antidiuretisch hormoon?
Slide 5 - Open question
Waar wordt het antidiuretisch hormoon geproduceerd?
A
in de bijnieren
B
in de hersenen
C
in de nieren
D
in de schildklier
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Renine
Wat is Renine?
Waar wordt het gemaakt?
Wat doet renine met je bloeddruk?
jullie hebben 5 minuten
timer
3:00
Slide 8 - Slide
Renine
Renine is een hormoon
Dat wordt aangemaakt in de nieren
Renine heeft als uiteindelijke doel de bloeddruk te verhogen
Slide 9 - Slide
Angiotensinogeen
Angiotensine
Renine
Aldosteron
Slide 10 - Drag question
Waar wordt het hormoon renine gemaakt?
A
in de nier
B
in de bijnier
C
in de alvleesklier
D
in de schildklier
Slide 11 - Quiz
Renine is een hormoon dat gemaakt wordt bij een tekort aan natrium in het bloed. Renine leidt, via angiotensine, tot de productie van aldosteron dat op zijn beurt de natrium concentratie in het bloed laat stijgen. Vervolgens daalt de concentratie renine weer. Dit is een voorbeeld van:
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
Slide 12 - Quiz
Wat betekend EPO?
A
Erytrohitsamine
B
Erytrohormoon
C
Erytropoetine
D
Erythipina
Slide 13 - Quiz
Wat doet EPO
A
helpt bij het terugnemen van zouten
B
bevordert aanmaak rode bloedcellen
C
juiste hoeveelheid water wordt teruggenomen
D
maakt hormoon renine aan
Slide 14 - Quiz
Wat is het doelwitorgaan van EPO?
A
Het beenmerg
B
De nier
C
De hypofyse
Slide 15 - Quiz
Nieren
Maken epo (erytropoëtine)
Extra aanmaak epo bij zuurstof tekort
Epo stimuleert aanmaak rode bloedcellen
Slide 16 - Slide
Sommige sporters gebruiken EPO als doping. Leg uit waarom EPO de sportprestatie kan verbeteren
Slide 17 - Open question
De vochtbalans moet;
A
positief zijn
B
negatief zijn
C
in balans zijn
Slide 18 - Quiz
Negatieve vochtbalans
A
er gaat meer vocht uit het lichaam dan erin
B
er komt meer vocht in het lichaam dan eruit
Slide 19 - Quiz
Bij oedeem in de benen spreek je van een;
A
negatieve vochtbalans
B
positieve vochtbalans
Slide 20 - Quiz
Wanneer is er sprake van een positieve vochtbalans? en hoe ontstaat dit?
Slide 21 - Open question
Waar wordt het hormoon Aldosteron gevormd?
A
Lever
B
Nieren
C
Hypofyse
D
Bijnierschors
Slide 22 - Quiz
De bloeddruk stijgt. Wat gebeurt er met de aanmaak van aldosteron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft hetzelfde
D
Geen van alle opties
Slide 23 - Quiz
Oorzaken van uitdroging zijn...
Slide 24 - Mind map
Wat gebeurd er bij een hypovolemische shock
timer
3:00
Slide 25 - Slide
een hypovolemische shock kan het gevolg zijn van een positieve vochtbalans