Spelling blok 3 mavo 3

• Spelling
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Spelling 

Blok 3 

verschil?

1. Vind je softijs lekker?

2. Vindt je broer softijs lekker?

regel?

Bij "ik"  geen t 

Bij "jij" of "je"  achter een pv: geen t

LET OP:  je broer = hij

(Vindt je broer dat goed?)

Wat nu?

opa   -  opas ?

piano -  pianos ?

regel?

Als er een verkeerde uitspraak onstaat, schrijf je 's   (auto's,   piano's)

Ook wanneer een woord eindigt op een "y" na een medeklinker:   baby's

regel?

1)  Mijn beide zussen zitten op hockey.

2) Mijn twee zussen zitten beiden op hockey.

3) De twee winkels gingen beide failliet.

regel:

1) zelfstandig naamwoord  achter het woord  = geen n 

2) geen zelfstandig naamwoord erachter (geen persoon) = geen n

3) geen zelfstandig naamwoord erachter (wel persoon) = wel n

voorbeelden:

1)  Mijn beide zussen gaan verhuizen.

2) De twee boeken lagen beide op de grond.

3) Mijn twee zussen gaan beiden verhuizen.

..... zijn broer jouw zus leuk?

1. Vind
2. Vindt

..... je dat ook zo eng?

1. Vind
2. Vindt

.... je zus softijs lekker?

1. Vind
2. Vindt

......................jij eens wie er vanavond op bezoek komt.

1. Raadt
2. Raad

..............jij na het feest door iemand opgehaald?

1. Wordt
2. Word

Hoeveel kilometer
............... je vader per jaar met de auto?

1. rijdt
2. rijd

Wat is juist?

1. pindaas
2. pindas
3. pinda's

Wat is juist?

1. lolly's
2. lollys
3. lollies

Wat is juist?

1. ideeen
2. ideëen
3. ideeën

Wat is juist?

1. diskjockey's
2. diskjockeys
3. diskjockeyes

De meeste leerlingen waren weg, maar .... bleven nog op school.

1. enkele
2. enkelen

Ik zie .... leerlingen op de gang staan.

1. sommige
2. sommigen

Alle leerlingen hebben pauze, maar .... zitten buiten op het plein.

1. enkele
2. enkelen

Mijn broers gaan .... naar een andere school.

1. beide
2. beiden

Wat een mooie huizen! Zijn die echt
.................. te koop?

1. alle
2. allen

Afrikaanse olifanten zijn de ..................
en Indische zijn de ........ .

1. grootste - kleinste
2. grootsten - kleinste
3. grootste - kleinsten
4. grootsten - kleinsten

1. supporter
2. suporter

1. appartement
2. apartement

1. applaus
2. aplaus

Aan de slag!

Spelling blok 1 t/m 6 maken