Successie

Duinsuccessie
op de waddeneilanden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Duinsuccessie
op de waddeneilanden

Slide 1 - Slide

Waddeneilanden

Eilanden bewegen!
Zand wordt meegenomen door de zee aan zuidwesthoek
Zand wordt bijgelegd in noordoosthoek.

Eilanden wandelen van Noord Holland, 
langs Noord Duitsland en omhoog langs Denemarken.

Slide 2 - Slide

Schiermonnikoog

Slide 3 - Slide

Welk deel van
Schiermonnikoog
is het oudst?
A
B
A
A (west)
B
B (oost)

Slide 4 - Quiz

Successie
Als je van oost naar west loopt, wordt het ecosysteem steeds ouder.

Het ouder worden van een ecosysteem heet successie.

Slide 5 - Slide

We beginnen op het strand..

Slide 6 - Slide

Waardoor kan er op het strand niets groeien?
A
De abiotische factoren zijn te extreem
B
De biotische factoren zijn te extreem

Slide 7 - Quiz

Welke abiotische factoren zijn te extreem voor plantengroei op het strand? Bedenk er minstens drie.

Slide 8 - Open question

Miniduin
Door een veertje of een takje ontstaat er een hoopje zand.

Geeft een klein beetje windluwte en schaduw.

De eerste plant grijpt zijn kans.

Slide 9 - Slide

Biestarwegras

Slide 10 - Slide

Waardoor begint successie altijd met een plant?

Slide 11 - Open question

Biestarwegras groeit alleen hier. Wat kun je zeggen over de tolerantiecurve van biestarwegras voor osmotische waarde?
A
Die is waarschijnlijk erg breed
B
Die is erg smal en het optimum ligt bij een lage osmotische waarde.
C
Die is erg smal en het optimum ligt bij een hoge osmotische waarde

Slide 12 - Quiz

Helmgras
Biestarwegras zorgt voor nog meer luwte en schaduw. 
Er blijft ook regenwater in het duin staan waardoor de osmotische waarde daalt.

Nu kan helmgras groeien.

Slide 13 - Slide

Waardoor blijft in een duin
het zoete regenwater op
het zoute grondwater staan?

Slide 14 - Open question

Pionierecosyteem
Een nieuw ecosysteem heet een pionier ecosysteem.
  • De abiotische omstandigheden zijn extreem
  • Er zijn weinig soorten
  • Dit zijn vooral planten
  • Er zijn nog heel weinig reducenten
  • Hierdoor neemt de biomassa toe

Slide 15 - Slide

Zeedistel

Door het groeiende duin worden de omstandigheden nog zachter. Er kunnen nu insecten zoals de
St. Jansvlinder voorkomen en hierdoor ook weer andere soorten planten zoals de zeedistel.

Slide 16 - Slide

Hoe kun je aan de zeedistel zien dat hij een insect nodig heeft?

Slide 17 - Open question

Waardoor kan de St. Jansvlinder niet op het strand leven?

Slide 18 - Open question

De bodem verandert
Er komen steeds meer plantenresten in de bodem. Hier komen reducenten op af. Het mengsel van reducenten en plantenresten heet humus.
Door humus wordt de bodem rijker aan plantenvoedingsstoffen.
Hierdoor kan er nu ook heide op de duinen groeien

Slide 19 - Slide

Tijdens successie..
  • Pioniersoorten verdwijnen
  • Er komen nieuwe planten en ook dieren en reducenten
  • De bodem krijgt humus
  • De biomassa neemt toe!
  • Abiotische factoren worden minder extreem
  • Dit gaat niet overal even snel!

Slide 20 - Slide

Successie verloopt aan de ene kant van het duin sneller dan aan de andere kant. Hoe kan dat?

Slide 21 - Open question

Duindoorn
Langzamerhand komen er 
  • struiken
  • grassen
  • zandhagedissen
  • konijnen

Slide 22 - Slide

En uiteindelijk..

.. komen er bomen. In Nederland zijn dat beuken, berken en eiken. 
In de bomen nestelen vogels en slapen vleermuizen.

Slide 23 - Slide

Tegen het einde van successie zijn de grote verschillen verdwenen. Er is overal schaduw en luwte. Hoe komt dat?

Slide 24 - Open question

Climaxecosysteem
Eindstadium van successie.
  • Grote soortenrijkdom
  • Abiotische factoren zijn overal gematigd
  • Productie =  afbraak
  • Biomassa neemt niet meer toe

Slide 25 - Slide

In Nederland..
.. is het eindstadium van successie een loofbos met beuk, berk en eik. Hoe zien de climaxecosystemen van andere landen eruit?

Slide 26 - Slide

Mangrove
Naaldbos
Regenwoud
Koraalrif
Noorwegen
Brazilië
Australië
Indonesië

Slide 27 - Drag question

Hoe komt het dat climaxecosystemen er in andere landen anders uitzien?

Slide 28 - Open question