lessenreeks zenuwstelsel VP 3 Pathologie 2025

Het 
Zenuwstelsel                                      
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Het 
Zenuwstelsel                                      

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Studiewijzer
Week 1 13 feb Inleiding en basisprincipes van het zenuwstelsel
• Onderscheiden van het centrale en perifere zenuwstelsel
• Begrijpen van de basisfuncties van het zenuwstelsel
• Kennismaken met neuronen en hun werking
Week 2 27 feb Anatomie van het zenuwstelsel
  • hersengebieden
  • neurotransmitters
  • verband tussen anatomie en functie
Week 3 6 maart PSO Neurologische aandoeningen - CVA (Beroerte)
Week 4 13 maart Multiple Sclerose (MS)
Week 5 20 maart PSO Ziekte van Parkinson
Week 6 27 maart Epilepsie
Week 7 3 april Dementie (o.a. Alzheimer)
Week 8 10 april Afsluitende opdracht
Week 9 17 april Buffer week / afsluitende opdracht


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

les 1

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat gaan we leren vandaag?
  • Je kunt benoemen wat de vijf belangrijkste taken van het zenuwstelsel zijn.
  • Je kunt benoemen uit welke delen het centrale en het perifere zenuwstelsel bestaat.
  • je hebt kennis gemaakt met neuronen en hun werking

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel
  • Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel (de zenuwen buiten de hersenen en het ruggenmerg).
  • Het perifere zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het somatische zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. 
  • Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel. 

Slide 7 - Slide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.
Functies zenuwstelsel
- Zintuigelijke (sensorische) informatieverwerking
- Opname van informatie
- Motorische coördinatie
- Regulatie van het gedrag

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt ons zenuwstelsel?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Werking zenuwstelsel
  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen 
  3. Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg.
  4. Ruggenmerg naar de hersenen
  5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
  6. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
  7. De impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren
  8. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Perifere zenuwstelsel
- Animaal                        Hier heb je zelf invloed op
                                            Verzorgt bewuste reacties en reflexen
                                             Bijvoorbeeld: aanspannen spieren

- Autonoom                    Hier heb je zelf geen invloed op
                                             Zorgt voor homeostase (evenwicht)
                                             Bijvoorbeeld: hartslag, ademhaling

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel = regelcentrum
Je hersenen ontvangen informatie (prikkels) van je zintuigen en verwerken deze informatie.
De informatie komt via de zenuwen bij de hersenen.

Hersenen + ruggenmerg + zenuwen noemen we het zenuwstelsel.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Autonome zenuwstelsel
  • Sympatisch zenuwstelsel
                   Fight-or-flight

  • Paraympathisch zenuwstelsel
                   Rest-and- digest

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Parasympatisch zenuwstelsel
Sympatisch zenuwstelsel
 grotere productie van spijsverteringssappen
snellere darmbeweging
snellere nierwerking
verlaagt  de hartslag- en ademhalings-frequentie
hogere hartslagfrequentie
remt de spijsvertering
verwijdt de pupillen
Stimuleert afgifte van adrenaline

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Neuronen

Slide 15 - Slide

Myeline is wit en vetachtig
- kan snel boodschap vervoeren
- beschermt de zenuw
- voed de zenuwbaan
MS: ontsteking CZST --> myeline beschadigd

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Zenuwcellen
Zenuwcellen: Neuronen
  • Ontvangen en verzenden prikkels

We hebben 3 soorten neuronen:
  • Motorische neuronen (efferent): Van hersenen af
  • Sensorische neuronen (afferent): Naar hersenen toe
  • Interneuronen: Schakelneuronen, tussen zenuwcellen in 
      * Zitten het meest in ruggenmerg en hersenen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zenuwcel = neuron

Werking van een neuron:
1. dendriet vangt prikkel op
2. cellichaam denkt er over na
JA: prikkel verder sturen / NEE: prikkel dooft uit
3. axon/ neuriet transporteert prikkel naar andere neuronen of organen (bijvoorbeeld spieren)


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Les 2 en 3
Vervolg zenuwstelsel 
CVA

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we leren vandaag?
  • Je kunt benoemen uit welke delen het centrale zenuwstelsel bestaat.
  • Je kunt een beschrijving geven van de inwendige en uitwendige bouw van de grote hersenen.
  • Je kunt uitleggen wat de belangrijkste functies zijn van de motorische en sensorische schorsgebieden van de grote hersenen.
  • Je kunt een beschrijving geven van de bouw, ligging en functies van de tussenhersenen en de hersenstam.
  • Je kunt een beschrijving geven van de bouw, ligging en functies van de kleine hersenen.
  • Je kunt een beschrijving geven van de bouw, ligging en werking van het ruggenmerg.
  • Je kunt een beschrijving maken van CVA en hoe dat invloed heeft op de hersenen en dagelijks leven.
 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaan we dat doen
13.45 - 14.00 incheck en opstart
14.00 - 15.15 zelfstandig werken opdracht.
15.15 - 15.25 afronding

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling:
wat vonden jullie van deze les?
vooruitblik:
6 maart is PSO
verder werken aan de opdracht. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Week 4 -13 maart Multiple Sclerose (MS), terugkoppeling opdracht 
Week 5 -20 maart PSO ALS
Week 6 27 maart - Dag naar banenmarkt UMC
Week 7 3 april - Ziekte van Parkinson
Week 8- 10 april Epilepsie
Week 9 -17 april pijn
  Vakantie 18 april tot en met 5 mei
Periode 4

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De hersenen bestaan uit:


- grote hersenen: cerebrum

- kleine hersenen: cerebellum

- tussenhersenen:  diencephalon

- hersenstam: truncus cerebri

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Spraakcentrum van Wernicke: Speelt een rol bij het kunnen interpreteren, herinneren en begrijpen van het geschreven woord.
Komt maar een 1 kant van de hersenen voor.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Les 3-4-25
Wat gaan we doen vandaag?
13.00 - Welkom en inloop
13.05 - 13-15 opdracht herhalen, checken waar ieder is.
13.15 - 14.15: creatieve pitch over dementie en benaderingswijze

10 april vervalt (identiteitmiddag): 17 april presenteren van je poster

Slide 27 - Slide

This item has no instructions