Atratinus: aanklager, zoon van Bestia.
Bestia: In het verleden aangeklaagd door Caelius wegens corruptie. Cicero was toen zijn advocaat en verkreeg vrijspraak.
Caelius: Beklaagde, oud-leerling van Cicero, vervreemd geraakt toen hij zich inliet met Catilina.
Clodius Pulcher: Vijand van Cicero die hem liet verbannen voor het executeren zonder proces van de samenzweerders van Catilina.
Clodia: Zus van Clodius Pulcher. Wordt door Cicero geframed als het brein achter de aanklacht tegen Caelius.
Dio: Alexandrijnse ambassadeur die vermoord zou zijn door Caelius. Dio was in Rome om te klagen over koning Ptolemaeus van Egypte, die de Egyptenaren hadden afgezet en met hulp van Caesar weer op de troon kwam.