hoofdstuk 5. Vergelijkingen en ongelijkheden. 1. De abc-formule, deel 2

§3-2 Kwadraat afsplitsen
§5-1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§3-2 Kwadraat afsplitsen
§5-1

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg §5-1 deel 2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Bereken de discriminant: -8x^2+2x-1=0
8x2+2x1=0

Slide 3 - Open question

-8x^2+2x-1=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (2)^2 - 4*-8*-1
  • D= 4 - 32 = -28
  • D<0
  • Wat zegt dit over het aantal oplossingen?

Slide 4 - Slide

-8x^2+2x-1=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (2)^2 - 4*-8*-1
  • D= 4 - 32 = -28
  • D<0
  • x= 
2ab+Dv2abD

Slide 5 - Slide

-8x^2+2x-1=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (2)^2 - 4*-8*-1
  • D= 4 - 32 = -28
  • D<0
  • x= 
  • Wortel van een negatief getal kan niet!
2ab+Dv2abD

Slide 6 - Slide

-8x^2+2x-1=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (2)^2 - 4*-8*-1
  • D= 4 - 32 = -28
  • D<0
  • x= 
  • Dus D<0 geen oplossingen
2ab+Dv2abD

Slide 7 - Slide

Bereken de discriminant: -2x^2+4x-2=0
2x2+4x2=0

Slide 8 - Open question

-2x^2+4x-2=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (4)^2 - 4*-2*-2
  • D= 16 - 16 = 0
  • D=0
  • Wat zegt dit over het aantal oplossingen?

Slide 9 - Slide

-2x^2+4x-2=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (2)^2 - 4*-2*-2
  • D= 16 - 16 = 16
  • D=0
  • x= 
2ab+Dv2abD

Slide 10 - Slide

-2x^2+4x-2=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (2)^2 - 4*-2*-2
  • D= 16 - 16 = 16
  • D=0
  • x= 
  • +0 of -0 levert hetzelfde op
2ab+Dv2abD

Slide 11 - Slide

-2x^2+4x-2=0
  • D= (b)^2 - 4*a*c
  • D= (2)^2 - 4*-2*-2
  • D= 16 - 16 = 16
  • D=0
  • x= 
  • +0 of -0 levert hetzelfde op
  • Dus D=0: 1 oplossing
2ab+Dv2abD

Slide 12 - Slide

Hoeveel oplossingen heeft deze vergelijking? 2x^2 + 5x = 8

Slide 13 - Open question

Hoeveel oplossingen heeft deze vergelijking? 5x^2 + 2x +1= 0

Slide 14 - Open question

Hoeveel oplossingen heeft deze vergelijking? 2x^2 + 3x + 1 = 0

Slide 15 - Open question

Zelfstandig werken
  • Wat?
    - werken aan de weektaak (zie SOM)
  • Hoe?
    - zelfstandig, in je schrift
  • Vragen?
    - fluisteren met degene naast je, daarna vinger opsteken
  • Klaar?
    - nakijken! daarna verder met nieuwe weektaak

Slide 16 - Slide

Afsluiten
- Check goed de weektaak
- Vragen stellen kan via Teams!

Slide 17 - Slide