Publiek en medium

Publiek en medium
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Publiek en medium

Slide 1 - Slide

Vandaag:

- H. 41 Publiek en medium
Je leert hoe je een tekst afstemt op je publiek en het medium dat je gebruikt. 
- oefenen met hoofd- en bijzinnen in Numo

Slide 2 - Slide

Toetsstof: 

Grammatica: H. 35 en 36
Fictie: H. 37 en 38
Schrijfvaardigheid: H. 40 en 41
Taalverzorging: H. 42

Slide 3 - Slide

Publiek: voor wie je schrijft. 

- Welk taalgebruik? Formeel of informeel?
- Welke onderwerpen?

Wie is je lezer?
Waarom leest die je tekst?
Welk taalgebruik past bij de lezer? 


Slide 4 - Slide

Wie is je lezer?
Waarom leest die je tekst?
Welk taalgebruik past bij de lezer? 

Slide 5 - Slide

Wie is je lezer?
Waarom leest die je tekst?
Welk taalgebruik past bij de lezer? 

Slide 6 - Slide

Wie is je lezer?
Waarom leest die je tekst?
Welk taalgebruik past bij de lezer? 

Slide 7 - Slide

Maak opdracht 1 (blz. 166). 

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 


timer
8:00

Slide 8 - Slide

Medium: middel om een boodschap over te brengen. 
In sommige media gaat tekst samen met beeld.
Ieder medium heeft eigen 'regels'. 

Slide 9 - Slide

De plaatselijke bakker wil in de buurt laten weten welke aanbiedingen er zijn.
A
folder
B
brief
C
e-mail
D
Marktplaats

Slide 10 - Quiz

Roy wil aan de webwinkel vragen of zijn bestelling deze week wordt bezorgd.
A
folder
B
brief
C
e-mail
D
Marktplaats

Slide 11 - Quiz

Damian wil zijn oude longboard verkopen.
A
folder
B
brief
C
e-mail
D
Marktplaats

Slide 12 - Quiz

Ga naar Numo. 

Maak de taak hoofdzinnen en bijzinnen.

Deze taak moet uiterlijk 30 mei af zijn (minimaal 80% goed). 


Slide 13 - Slide