publiek en medium hhweek

NEDERLANDS
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • pto 4
  • Theorie les 41 (herhaling publiek en medium)

Je leert hoe je je tekst afstemt op je publiek en het medium dat je gebruikt

  • Oefenblad

Slide 2 - Slide

pto 4
Leren: les 35, 36, 39, 41
Theorie + woordjes


+ vlog

Slide 3 - Slide

Schrijfvaardigheid
Publiek & medium

Slide 4 - Slide

Publiek
Eerst nagaan: voor wie schijf ik iets?


= bepalend voor de manier waarop je schrijft!

Slide 5 - Slide

Verplaats je in publiek
  Wie is de lezer?
  Wat wil je hem vertellen?
  Waarom leest hij jouw tekst?
  Welk taalgebruik is passend?

Slide 6 - Slide

Hoeveel weet het publiek?


-->  hoeveelheid uitleg en context


Slide 7 - Slide

Wat wil ik bereiken? Wat is het tekstdoel?


--> informeren, overtuigen, amuseren, overhalen...

Slide 8 - Slide

Oefenen
Je krijgt een fragment. Geef daarna aan wie het publiek is

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Medium
=  ‘middel om boodschappen over te dragen’



 geprinte media:
 kranten, flyers, tijdschriften


  


Slide 12 - Slide

Medium
online media:
traditioneel: website, e-mail
sociale media: Instagram, WhatsApp, Facebook

 buitenmedia:
 posters, billboards, luchtreclame

Slide 13 - Slide

Medium
Welke kies je?

- eigen kenmerken
- tijd en reden van gebruik
- tekst samen met beeld
- eigen spelregels (minder strikt bij sociale media)

Slide 14 - Slide

Elk medium heeft zijn eigen kenmerken die van invloed zijn op je tekst.

Slide 15 - Slide

Je hebt met een vriend afgesproken en wil weten hoe laat hij er is. 

Welk medium gebruik je?

Slide 16 - Slide

Een vrij onbekende band geeft binnenkort een concert.

Welk medium zal er gebruikt worden?

Slide 17 - Slide

Oefenen

Maak het oefenblad

Slide 18 - Slide

Morgen
Laatste les voor toetsweek

Herhaling alles. Ruimte voor vragen.
Kernboek mee!

Slide 19 - Slide