L16 Woorden onderzoeken

Welk verwijswoord gebruik je bij 1?
A
zijn
B
haar
C
het
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welk verwijswoord gebruik je bij 1?
A
zijn
B
haar
C
het

Slide 1 - Quiz

Welk verwijswoord gebruik je bij 2?
A
Hij
B
Ze
C
Hun

Slide 2 - Quiz

Welk verwijswoord gebruik je bij 3?
A
hij
B
zij
C
het
D
die

Slide 3 - Quiz

Welk verwijswoord gebruik je bij 4?
A
zijn
B
haar
C
hun
D
het

Slide 4 - Quiz

Welk niet-smakelijk bn kan je zetten bij 'hamburger'?

Slide 5 - Mind map

Welk niet-smakelijk bn kan je zetten bij 'soep'?

Slide 6 - Mind map

Welk niet-smakelijk bn kan je zetten bij 'slaatje'?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Versterk het bn 'lekker', 'gek' en 'saai'.

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

soortnamen
eigennamen
Verenigde Staten
ticketje
Moon Express
toestemming
missie
Appollo 11
Neil Armstrong
vluchten

Slide 11 - Drag question

Oefening 7:
even nummers: je wil héél graag op weekend.
oneven nummers: je wil helemaal niet op weekend.

Slide 12 - Open question