Thema 3 B3 en 4 . het hart en bloedvaten

het hart.
Het hart & de bloedvaten 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

het hart.
Het hart & de bloedvaten 

Slide 1 - Slide

samenvatting vorige les
Kleine bloedsomloop. Welke weg gaat deze bloedsomloop?
Grote bloedsomloop. Welke weg gaat deze bloedsomloop?
Dubbele bloedsomloop. Wat betekent dit?
Welke kleuren geven zuurstofrijk en zuurstof arm bloed aan?





Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat leer je deze les
Aan het einde van de les:
  • Kun je de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
  • Kun je de functie en de werking van het hart uitleggen.
  • Kun je aangeven wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.
  • Kun je drie belangrijke aders en slagaders opnoemen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

het hart aan de buitenkant 

Slide 6 - Slide

het hart aan de binnenkant

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

zuurstofrijk bloed
zuurstofrijk bloed 


* in tekeningen vaak rood gekleurd
* stroomt van het hart af, richting de organen



Slide 9 - Slide

zuurstofarm bloed 

zuurstofarm bloed


* In tekeningen vaak blauw gekleurd

* stromen naar het hart toe, van de organen af.

Slide 10 - Slide

Bloedvaten 
welke typen bloedvaten zijn er?
  1. Slagaders
  2. Aders
  3. Haarvaten


Slide 11 - Slide

Slagaders

Bloed stroomt weg van het hart

bloed stroomt naar organen toe

bloed is zuurstofrijk (behalve de longslagader)

wanden zijn dik en elastisch

veel kracht > bloeddruk is hoog

Liggen diep in het lichaam.




Slide 12 - Slide

Aders

Bloed stroomt van de organen weg

Bloed stroomt terug naar het hart.

Bloed is zuurstofarm (behalve de longader)
Bloeddruk in de aders is laag; je voelt geen hartslag

Wanden van aders zijn dunner dan de wanden van slagaders


Slide 13 - Slide

Haarvaten
  • de kleinste bloedvaten zijn haarvaten
  • ze hebben een hele dunne wand (veel dunner dan aders)
  • bloed en vocht (met zuurstof en voedingsstoffen kunnen door de wand heen.
  • het vocht gaat naar de cellen van je lichaam (organen)
  • Haarvaten brengen zuurstof naar de organen, en zorgen dat afvalstoffen weer afgevoerd worden.


Slide 14 - Slide

opdrachten het hart
blz. 149 t/m 155
opdacht 14 t/m 20
bloedvaten
blz. 156 t/m 163
opdrachten 21 t/m 27




test jezelf 
basisstof 3 en 4


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

longader
Aorta
Holle ader
Long slagader

Slide 17 - Drag question

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Bovenste holle ader
Onderste Holle ader
Linker boezem
Linker kamer
Rechter boezem
Rechter kamer
Halvemaanvormige
kleppen
Aorta
Longslagader
Longader
Rechterhartkleppen
Linkerhartkleppen
Hart-
tussenwand

Slide 18 - Drag question

Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 19 - Drag question

Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?
A
heel veel bewegen
B
veel vet eten
C
weinig bewegen
D
weinig bewegen en vet eten

Slide 20 - Quiz

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 21 - Quiz

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 22 - Quiz

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 23 - Quiz

Waar ligt je hart
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 24 - Quiz

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 25 - Quiz

Hoevaak gaat het bloed door het hart?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 26 - Quiz

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen

Slide 27 - Quiz

Hoe vaak klopt het hart gemiddeld per minuut in rust
A
30
B
50
C
70
D
90

Slide 28 - Quiz

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?
  • waar de kamers en de boezems van het hart liggen
  • wat een kleine bloedsomloop is. Welke weg deze gaat
  • wat een grootte bloedsmloop is. Welke weg deze gaat
  • aanvullen?

Slide 30 - Slide