Les 5 Ontwikkelingspsychologie

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

De groei, motorische ontwikkeling en zindelijkheid behoort tot het:

1. Cognitief ontwikkelingsgebied
2. Sociaal ontwikkelingsgebied
3. Lichamelijk ontwikkelingsgebied
4. Emotioneel ontwikkelingsgebied

Het denken, leren en de taalontwikkeling van een kind behoren tot het:

1. Cognitief ontwikkelingsgebied
2. Sociaal-emotioneel gebied
3. Lichamelijk ontwikkelingsgebied

De relaties met anderen, het reguleren van emoties, de omgang met anderen hoort bij het:

1. Cognitief ontwikkelingsgebied
2. Sociaal-emotioneel ontwikkelingsgebied
3. Lichamelijk ontwikkelingsgebied

Welke leeftijd heeft de doelgroep baby?

1. 0-3 jaar
2. 0-2,5 jaar
3. 0-1,5 jaar
4. 2-4 jaar

Welke leeftijd heeft de doelgroep peuter?

1. 2 tot 4 jaar
2. 3 tot 6 jaar
3. 6 tot 7 jaar
4. 2 tot 3 jaar

In welke fase zit een peuter?

1. De fantasiefase
2. De koppigheidsfase
3. De samen delen fase
4. De grapjes fase

Welke leeftijd noemen we kinderen kleuters?

1. 4-6
2. 4-7
3. 6-7
4. 2-5

Hoe komt het dat kleuters soms jokken?

1. Ze kunnen fantasie nog niet van realiteit onderscheiden
2. Ze vinden het gewoon leuk
3. Ze denken alleen nog aan zichzelf
4. Zo willen ze dingen voor elkaar krijgen

Had je meer dan 2 fouten? 

Lees dan de hoofdstukken over de baby, peuter en de kleuter uit je boek goed door! Je moet de leeftijdsfases goed kennen om het werk te kunnen doen. 

Vooruitblik volgende les: het jonge schoolkind 6-9 jaar. Waar denk je aan?