HNE Duits MAVO2 wk3_les6: Schritt 3

1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Buch
- Heft
- Kugelschreiber
Montag 12. September 2022
Nachsommer - Woche 37

Wat klopt er niet aan deze zinnen en waarom?
1) Das wochenende war super, ich habe fußball gespielt.
2) Der Lëser fand das Buch langweilig.

Slide 2 - Slide

Regeln
*Alleen op de klinkers AU (T) O kunnen een Umlaut komen
*In het Duits krijgen de eerste letter van zelfstandig naamwoord (dieren, namen, mensen, dingen) altijd een hoofdletter (uiteraard net als de eerste letter van de in). 


Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
1) Wir reden ein bisschen über unsere Wochenende
2) Stempeln und deine Hausaufgaben überprüfen
3) Schritt 3
4) Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Aan het eind van deze les... (lesdoel)
1) weet je (weer) waar het woord AUTO je aan helpt herinneren
2) weet je (weer) welke letters in het Duits met een HOOFDletter geschreven moeten worden. 
3) Heb je kleine gesprekjes geoefend met je klasgenoot
4) Heb je de tweede stempel "in de pocket"

Slide 5 - Slide

Am Samstag habe ich ...
Am Sonntag habe ich ...
gelernt.
ausgeschlaffen.
gelesen.
geschwommen.
genetflixt.
gegessen.
mit Freunden getroffen.
eine Feier gehabt.
Games gespielt.
Sport getrieben.
Musik gemacht.
gefaulenzt.
...
morgens / mittags /abends
den ganzen Tag / und 

Slide 6 - Slide

Hausaufgaben
Übung 3:
1) Deutschland
2) Kinder
3) Nein, 
4) Alter
5) Postleitzahl
6) Sohn, Tochter
7) Adresse
8) Hausnummer
Übung 4:
1) Formule 1 coureur
2) Heppenheim
3) Pasta
4) Sport
5) Seb
6) juli
Übung 5:
1) Mijn grootouders hebben 2 kinderen, een zoon en een dochter.
2) Mijn adres is Dorfstraße 18.  3) Mijn postcode is 1876 BB. 
4) Zijn familieleden wonen in Duitsland. 5) Nee bedankt, dat wil ik niet.
Übung 6:
Allen 3 en 12 kunnen geen Umlaut hebben want "i" en "e" zitten niet in AUTO.
Übung 8:
1) sprookjes
2) 78 
3) 73
4) Jacob
5) die kleine 
Meerjungfrau
6) Berlin
Übung 9:
1) Sportkleidung / Stadt
2) Gitarre / Schlagzeug
3) Euro / Karten
4) Sportler / Tag

Slide 7 - Slide

Jetzt: Schritt 3 (S. 28)
Zusammen: Aufgabe 1a+b 
Zu zweit: Aufgabe 1c (auf Deutsch!!)
Zusammen: Aufgabe 2a
SW: Aufgabe 2b + 3
Zusammen: Aufgabe 4a
Zu zweit: Aufgabe 4b, mache danach Übung 8 + 9 
                                         Zum Schluß: Aufgabe 7

Slide 8 - Slide

Aan het eind van deze les... (lesdoel)
1) weet je (weer) waar het woord AUTO je aan helpt herinneren
2) weet je (weer) welke letters in het Duits met een HOOFDletter geschreven moeten worden. 
3) Heb je kleine gesprekjes geoefend met je klasgenoot
4) Heb je de tweede stempel "in de pocket"
                    Hoeveel leerdoelen heb JIJ bereikt?

Slide 9 - Slide

                                 TSCHÜSS
Hausaufgaben für Mittwoch 
Leer de Vraagwoorden (Seite 2) en de Redemittel (Seite 30) 
(gebruik WRTS = link in magister)

Slide 10 - Slide