Leerjaar 2 MIH 2023-2024

Leerjaar 2 MIH 2023-2024
1 / 50
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leerjaar 2 MIH 2023-2024

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het belangrijkste van communicatie is wat er gezegd wordt, dus de verbale communicatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Interne communicatie gaat over de communicatie in de organisatie, de communicatie met en tussen de medewerkers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Interpersoonlijke communicatie is communicatie die iemand met zichzelf voert
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Non-verbale communicatie is communicatie met woorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat is de definitie van het communicatieproces volgens het ZMBO-model?
A
De ontvanger stuurt zonder medium een boodschap naar één of meer zenders.
B
De zender stuurt met behulp van een medium een boodschap naar één of meer ontvangers.
C
De zender stuurt zonder medium een boodschap naar één of meer ontvangers.
D
De ontvanger stuurt met behulp van een medium een boodschap naar één of meer zenders.

Slide 23 - Quiz

Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
lawaai van een kettingzaag
B
concentratieproblemen
C
harde muziek van de buren
D
muziek die via airpods afspeelt in je oren

Slide 24 - Quiz


Wat is een respons?
A
een prikkel buiten het lichaam
B
een reactie op een prikkel
C
een waarneming door je zintuigen
D
dat je niets merkt

Slide 25 - Quiz

De volgende vraag gaat over het proces van communicatie. Je bent bezig met spreekuurondersteuning en je loopt uit. Je ziet dat je collega het rustig heeft bij de omloop. Je denkt erover na en je vraagt aan je collega of zij je kan helpen met een paar werkzaamheden. Is dit een voorbeeld van:
A
Decoderen
B
Coderen
C
Semantische ruis

Slide 26 - Quiz

Welke fase hoort bij ‘Actief luisteren’?
A
Coderen
B
Decoderen
C
Feedback geven
D
Reflecteren

Slide 27 - Quiz

Wat is een voorbeeld van externe ruis?
A
stress
B
lawaai van verkeersdrukte
C
belangrijke afspraken moeten onthouden
D
concentratieproblemen

Slide 28 - Quiz

Wat is het belangrijkste verschil tussen SEO en SEA?
A
Betaalde zoekresultaten versus organische zoekresultaten
B
Gesponsorde links versus backlinks
C
Betaalde advertenties op sociale media
D
Trefwoorden versus content

Slide 29 - Quiz

Zie de banner op deze website.
Deze verwijst naar jouw website.
Dit is een voorbeeld van:
A
Webvertising
B
Zoekmachinemarketing
C
Linkbuilding
D
Appvertising

Slide 30 - Quiz

Een webwinkel in bloembollen adverteert op de website van de Libelle. Dit is:
A
Affiliate marketing
B
Branding
C
SEO
D
SEA

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

A

I

D

A
Grijp de aandacht
Wek interesse op
Creëer behoefte
Zet aan tot actie

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Wat is de eerste fase van het VOCATIO-model?
A
verkenning
B
verkoop
C
voorbereiding

Slide 37 - Quiz

Wat doe je bij de stap 'tegenwerping' van het VOCATIO-model?
A
de klant tegenspreken
B
de klant de voordelen van het product uitleggen
C
de weerstand van de klant opvangen en weerleggen
D
de klant een tegenaanbod doen

Slide 38 - Quiz

Welk doel heeft het VOCATIO-model?
A
Potentiële klanten leren kennen
B
Potentiële klanten overtuigen
C
Potentiële klanten bedanken
D
Potentiële klanten intimideren

Slide 39 - Quiz

Wat is de laatste fase in het VOITA-model?
A
Actie
B
Advies
C
Afsluiting

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Wat is geen communicatiemiddel?
A
B
C
D

Slide 47 - Quiz

Bij dropshipping heb je geen voorraad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 48 - Quiz

Wat is een verkoopkanaal?
A
Is de wijze waarop je je producten aanbiedt en de manier waarop transactie tot stand komt.
B
Is de wijze waarop je producten inkoopt binnen de bedrijfskolom/
C
Is de voortgang binnen de bedrijfskolom

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Slide