2.6 Persoonsvorm

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Neem het boek van Nederlands voor je.
Lees blz. 55 t/m 61 nog eens door. 

Huiswerkcontrole:
les 2.4/2.5: opdr. 9 t/m 11. 

Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  


Slide 3 - Slide

3. Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:
- de tijdsproef toepassen (TT --> VT OF VT --> TT)
- benoemen wat de persoonsvorm (PV) in een zin is. 

Slide 4 - Slide

Minicheck
Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 
Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag. 

Niet alle 3 de vragen goed? 
Niet erg! Doe mee met de instructie. 

Slide 5 - Slide

Noteer de peroonsvorm:
Mike rent naar de supermarkt.

Slide 6 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Wij speelden na schooltijd een game.

Slide 7 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin:
De fietsen staan in de stalling.

Slide 8 - Open question

Verdiept arrangement
3 vragen goed? Aan de slag!
Lees en maak les 2.6 opdr. 12 + 13 + 15
Samenwerken? Ga dan aan de grote tafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Pak je leesboek en ga in stilte lezen. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie
Een werkwoord kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld de persoonsvorm (pv).

De persoonsvorm is de vorm van het werkwoord die je in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd kunt schrijven.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 2.6, opdr. 12 t/m 14. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 12 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest + maakt zelfstandig, in stilte:
Lees en maak 2.6, opdr. 12 t/m 14

Ben je klaar?
1. Kijk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Pak je leesboek en ga in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 13 - Slide

7. Evaluatie
- zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 
- reflecteren; nakijken en corrigeren waar nodig. 

Quiz mee ter afsluiting --> evaluatie lesdoelen!

Huiswerk:
vrijdag 05-11-2021: NE 2.6, opdr. 12 t/m 14 of 15. 

Slide 14 - Slide

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 15 - Quiz

De vrachtwagen reed met een snelheid van 100 km per uur.
Wat is de persoonsvorm
A
vrachtwagen
B
reed
C
snelheid
D
uur

Slide 16 - Quiz

Pas de tijdproef toe:
De Nederlands les is leuk.

Slide 17 - Open question

Noteer de persoonsvorm (PV):
Ik kan de PV vinden in een zin.

Slide 18 - Open question

Noteer de persoonsvorm:
Alle leerlingen zaten in het lokaal.

Slide 19 - Open question

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Slide 20 - Slide