8.3 herhaling

Welkom!



Wat fijn dat je er bent. 
Log gerust vast in!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!



Wat fijn dat je er bent. 
Log gerust vast in!

Slide 1 - Slide

Ramses volgt keyboardlessen. Dit kost €11,50 per les en hij moet eenmalig inschrijfkosten betalen van €7,50.
Hoeveel betaald hij voor twee lessen?
A
€22,50
B
€11,50
C
€30,50
D
€26,50

Slide 2 - Quiz

Ramses volgt keyboardlessen. Dit kost €11,50 per les en hij moet eenmalig inschrijfkosten betalen van €7,50.
Hoeveel betaald hij voor drielessen?
A
€34,50
B
€46,00
C
€34,00
D
anders

Slide 3 - Quiz

Woordformule - tabel




Bedrag (€) = 7,50 + 11,50 x aantal lessen
aantal lessen
0
1
2
3
bedrag (€)

Slide 4 - Slide

Vast bedrag
Bedrag per les

Slide 5 - Drag question

Ramses neemt 4 lessen. Hoeveel moet hij betalen? NOTATIE ..,.. euro
Bedrag (€) = 7,50 + 11,50 x aantal lessen

Slide 6 - Open question

Dennis volgt gitaarlessen. Hij betaald €19,00 per les en eenmalig €9,00 inschrijfkosten.
Hoeveel betaald hij voor twee lessen?
A
€19,00
B
€37,00
C
€47,00
D
€56,00

Slide 7 - Quiz

Dennis volgt gitaarlessen. Hij betaald €19,00 per les en eenmalig €9,00 inschrijfkosten.
Wat is het vaste bedrag?
A
€9,00
B
€19,00

Slide 8 - Quiz

Dennis volgt gitaarlessen. Hij betaald €19,00 per les en eenmalig €9,00 inschrijfkosten.

Welke woordformule hoort hierbij?
A
bedrag (€)=9 + 19 x aantal lessen
B
bedrag (€)=19 + 9 x aantal lessen

Slide 9 - Quiz

Vul in. Maak gebruik van de woordformule
bedrag (€) = 9 + 19 x aantal lessen

Voor 5 lessen betaald Dennis

 ..................... + 5 x ......................... = €..........................
9
19
74
104

Slide 10 - Drag question

Dennis neemt 4 lessen. Hoeveel moet hij betalen? NOTATIE ..,.. euro
bedrag (€) = 9 + 19 x aantal lessen

Slide 11 - Open question

Vast bedrag
Bedrag per kilo

Slide 12 - Drag question

Hoeveel verdient ze als ze 11 kg plukt? Typ je berekening + het antwoord.
Bedrag (€) = 5,80 + 0,75 x aantal kilo

Slide 13 - Mind map

Vast bedrag
prijs per maand

Slide 14 - Drag question

Hoeveel geld staat er na 5 maanden op zijn rekening?
Bedrag (€) = 255 + 20 x tijd (maanden)

Slide 15 - Mind map

Een rit van 20 minuten kost ..,.. euro

Slide 16 - Open question

Nieuwe begrippen
- Begingetal
- Stijggetal
- Daalgetal

Slide 17 - Slide

Woordformule - tabel - begingetal




Bedrag (€) = 7,50 + 11,50 x aantal lessen

BEGINGETAL - VAST BEDRAG - GETAL ONDER DE 0 (tabel)
aantal lessen
0
1
2
3
bedrag (€)
7,50
19
30,50
42,00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Zelf proberen
B: Maak opdracht 34 en 35 (bladzijde 162)
K: Maak opdracht 26 en 27 (bladzijde 171 en 172)

Slide 22 - Slide