bij verdunnen van zure oplossing steeds minder H+/L -> pH omhoog maximaal tot iets onder pH 7
basische oplossing:hoe basischer des te meer concentratie H+ ionen afneemt omdat H+ worden weggevangen door de base →pH omhoog
concentratie=geheel(deel)
in g/L
Slide 15 - Slide
screencast-o-matic.com
Slide 16 - Link
les 3 + 4: 10.3 eigenschappen basen
-vragen hw? - afmaken 10.2 t/m 20 - uitleg notatie oplossen base + bekenden basen die je moet weten
hw: leren 10.3
maken (10.2 afmaken t/m 20 in les) en van 10.3 maken1 t/m 11
Slide 17 - Slide
basen/basische stoffen
kan H+ ionen opnemen
smaken zeepachtig (niet proeven!)
reageren met zure stoffen (=neutraliseren)
kunnen vet (=zuur) verwijderen tijdens zuur base reactie -> tasten huid aan want die is lichtzuur (pH 5,5) vanwege de productie van talg
basische oplossingen geleiden stroom
kleuren roodlakmoes blauw (blauw blijft blauw)
Slide 18 - Slide
noteren oplossen basen
de base staat een positief zoution af waardoor er een negatief basisch ion ontstaat. b.v. oplossen van natriumhydroxide in water
NaOH(s)→Na+(aq)+OH−(aq)
triviale naam samenstelling oplossing
Slide 19 - Slide
Andere bekende basische oplossingen en toepassingen
die je moet kennen!
Slide 20 - Slide
les 5: 10.4 zuur base reacties
- vragen hw?
- uitleg neutraliseren +bekenden reacties milieu + ontkalken
hw: leren 10.4 en maken van 10.3 opg 12 t/m 16 en van 10.4 opg 1 t/m 7
Slide 21 - Slide
neutraliseren = zuur + base--> pH neutraal
meestal H+ + OH---> H2O
(behalve bij ammonia dan geldt NH3 + H+ --> NH4+)
maar: er kunnen schadelijke stoffen ontstaan (b.v. chloorgas of waterstofgas)
dus nooit zomaar mengen!!
pas op met neutraliseren !
Slide 22 - Slide
Regels zuur-base reactie
noteer alleen de deeltjes die meedoen aan de reactie (rest = tribune ion)
hoeveel H+kan het zuur afgeven, hoeveel H+ ionen kan base opnemen?
reactievergelijking opstellen waarbij geldt: - voor- en na de reactie is lading gelijk (meestal 0!) - voor- en na reactie van elke atoomsoort evenveel (= kloppend maken)
meestal water gevormd (soms ook koolstofdioxide of alleen ammonium) zie ook volgende slide
Slide 23 - Slide
standaard zuur-base reacties
zuur
base
-->
reactieproduct(en)
H+(aq)
OH-(aq)
-->
H2O(l)
2
O2-(aq)
-->
2
CO32-(aq)
-->
+CO2(g)
NH3(aq)
-->
NH4+(aq) (=ammoniumion)
Slide 24 - Slide
zure regen door luchtvervuiling
Verbranding van brandstoffen die zwavelatomen bevatten leveren zwaveldioxide (SO2(g)) in contact met waterdamp ontstaat zwavelzuur H+(aq) + SO42-(aq)
Verbrandingen met hoge temperaturen leveren stikstofoxiden (NOx = verzamelnaam voor alle stikstofoxides) in contact met water ontstaat saltpeterzuur (H+(aq) + NO3- (aq) )
-->zure regen....gevolgen op mens, milieu en gebouwen moet je kennen!.
Slide 25 - Slide
Hard water (bevat veel Ca2+ ionen) bij verwarmen van hard water ontstaat CaCO3 = kalkaanslag/ketelsteen
Dit kun je verwijderen met behulp van schoonmaakazijn dan ben je
aan het "ontkalken"
Reactievergelijking van ontkalken verwarmingselement met azijn
CaCO3 + 2H+ → Ca2+ (aq) + CO2 (g) + H2O (l)
Ontkalken van een verwarmingselement
Slide 26 - Slide
les 6: vervolg 10.4 zuur base reacties
- vragen hw?
- verder met 10.4
hw: leren 10.4 en
maken 10.4 opg 8 t/m 14
Slide 27 - Slide
les 7: 10.5 titratie + concentratie
- vragen hw? 10.3 t/m 16 en lezen 10.4 maken opg 1 t/m 7
- uitleg 10.5
-
hw afmaken 10.4 + van 10.5 opg 1 t/m 8
Slide 28 - Slide
demonstratieproef titreren
Demonstratieproef en uitleg titreren
Slide 29 - Slide
voeg een indicator toe aan de erlenmeyer waarin de te titreren stof zit (vaak fenolftaleiine)
voeg druppelsgewijs een stof met tegenovergestelde pH waarde voegen
tot er blijvend kleuromslag is
aflezen buret van boven naar onder
van de stof die getitreerd wordt moeten in de tekst nog meer gegevens staan
verhoudingstabel maken zie hiernaast
en de onbekende hoeveelheid uitrekenen
van de stof die getitreerd wordt moet bekend zijn hoeveel mg met 1 ml van de titratievloeistof reageert (in de tekst gegeven)
voeg indicator toe aan de te titreren stof
titratievloeistof (met tegenovergestelde pH) druppelen tot blijvend kleuromslag aflezen buret van boven naar beneden
met verhoudingstabel onbekende hoeveelheid uitrekenen
Er is: A =19,4 x 55= 1067 mg azijnzuur aanwezig in de erlenmeyer . Als je weet in hoeveel mL (b.v 25 mL azijn)deze hoeveelheid azijnzuur zat kun je de concentratie berekenen. concentratie azijnzuur= deel/geheel = 1067 mg/25 mL = 42,7 mg/mL