Les 61 spelling §1 herhaling vorig jaar + §2 Leestekens: punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens

Les 61 spelling §1 herhaling vorig jaar + §2 Leestekens: punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 61 spelling §1 herhaling vorig jaar + §2 Leestekens: punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens

Slide 1 - Slide

Hallo 2Vd
Pak je spullen alvast (leesboek) en Nieuw Nederlands + schrift. Ga zitten volgens het klassenschema.
timer
20:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen (Stiefkind) p. 101
  • Herhalen leerjaar 1 (cursus 7 Spelling § 1)
  • Zelf oefenen §1

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je weet/kan:
- hoofdletters en leestekens op de juiste manier te gebruiken in een zin.
- de korte en lange vorm van bijvoeglijk naamwoorden en st. bijvoeglijk naamwoorden te gebruiken.
- meervouden op een juiste manier schrijven
- verkleinwoorden op een juiste manier schrijven
- wanneer je au/ou ei/ij g/ch gebruikt.

Slide 3 - Slide

Herhaling brugklas
  • Hoofdletters en leestekens
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • Meervouden
  • Verkleinwoorden
  • Gebruik au/ou ei/ij g/ch





Slide 4 - Slide

Opdracht


  • Maak alle opdrachten van cursus 7 Spelling § 1 
  • Ben je klaar? Dan werk je verder aan je scenario van Stiefkind


timer
15:00

Slide 5 - Slide

Zelf oefenen
Cursus 7 spelling §1
Wat:  Maak alle opdrachten van cursus 7 Spelling § 1 
Hoe:  Individueel, online op de laptop
Hulp:  docent, buur.
Tijd: 20 min.
Uitkomst: Geoefend met hoofdletters en leestekens,
bijvoeglijk naamwoord, meervouden, verkleinwoorden, gebruik au/ou ei/ij g/ch
Klaar?
Lezen in je leesboek
of huiswerk
timer
20:00

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Je weet/kan:
- hoofdletters en leestekens op de juiste manier te gebruiken in een zin.
- de korte en lange vorm van bijvoeglijk naamwoorden en st. bijvoeglijk naamwoorden te gebruiken.
- meervouden op een juiste manier schrijven
- verkleinwoorden op een juiste manier schrijven
- wanneer je au/ou ei/ij g/ch gebruikt.

Slide 7 - Slide

Fijne dag!
Ruim rustig je spullen op en blijf zitten tot de bel gaat.

Succes met leren!

Slide 8 - Slide

Hallo 2Vd
Pak je spullen alvast (leesboek) en Nieuw Nederlands + schrift. Ga zitten volgens het klassenschema.
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen (Stiefkind) p. 101
  • Herhalen leerjaar 1 (cursus 7 Spelling § 1)
  • Zelf oefenen §1

Slide 9 - Slide

Spelling §1 en 2
Leestekens: 
- punt
- komma 
- dubbele punt 

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Je kan punten, komma's, dubbele punten en aanhalingstekens op correcte wijze gebruiken in een zin. 

Slide 11 - Slide

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Panda's zien eruit als beren...maar hun gedrag lijkt op dat van katachtigen.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 12 - Quiz

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

De politie luistert veel criminelen af.... Rechters zijn niet blij met die praktijk.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 13 - Quiz

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Bij de reorganisatie vallen zeker ontslagen...daarbij wordt niemand ontzien.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 14 - Quiz

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Er zijn problemen met het spoor.... Veel treinen hebben dan ook vertraging.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 15 - Quiz

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Ik plaats zonnepanelen op het dak...ik wil besparen op mijn energierekening.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 16 - Quiz

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Wie op de maan struikelt...valt niet hard...omdat de zwaartekracht gering is.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 17 - Quiz

Gebruik van een punt (.)
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt (.):

voorbeeld: 
We hebben een fijne vakantie gehad. 

Slide 18 - Slide

Gebruik komma (,)
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe zin, gebruik je een komma: 
- tussen twee persoonsvormen
- voor voegwoorden als maar, omdat, zodat, doordat, nadat enz. 
(let op: er komt geen komma bij en en of). 
- als je de delen van de zin niet los uit kunt spreken: 

Slide 19 - Slide

Voorbeelden komma
- Als jij niet belt, bel ik zelf wel even.
- Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben.
- We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde. 

Slide 20 - Slide

Gebruik dubbele punt (:)
- Voor een aangekondigde opsomming.
Dit zijn onze favoriete vakantielanden: Frankrijk, Griekenland en Italië
- Voor directe rede of citaat.
Piet vroeg: 'Ga je mee zwemmen?'
- Als het tweede deel van de zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel. 
Ik ben er niet aan toegekomen: de gasten waren te laat weg.
In deze soort zinnen in dit geval dan ook vervangen door een komma+want

Slide 21 - Slide

Aanhalingstekens
Hiermee geef je aan dat er iets aan de hand is met dat woord of stukje tekst. Dat kan zijn....

- Als je het precies opschrijft, zoals het gezegd wordt.
      vb. De docent zei: 'Nu allemaal even goed opletten.'

- Een citaat: dan schrijf letterlijk op wat er gezegd is.
     vb. "Als je klaar bent, ga je weer op de plaats zitten."

- Als je een woord speciale aandacht wilt geven.
     vb.  Peter vindt het woord 'sporadisch' een raar woord.

Slide 22 - Slide

 directe rede + komma

Slide 23 - Slide

(In)directe rede

Directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt (citaat) - aanhalingstekens

Indirecte rede: je schrijft iemands woorden niet letterlijk op - geen aanhalingstekens

Slide 24 - Slide

Voorbeelden

Meneer Van Noordenne zei: 'Ruim je spullen op.'

Meneer Van Noordenne vroeg: 'Ruim je je spullen op?'

Meneer Van Noordenne riep: 'Ruim je spullen op!'

'Ruim je spullen op', zei meneer Van Noordenne.

'Ruim je spullen op!', riep meneer Van Noordenne.

'Ruim je je spullen op?', riep meneer Van Noordenne.

'Ruim je je spullen op,' zei meneer Van Noordenne, 'en ga alvast naar school toe.'

Slide 25 - Slide

Zelf oefenen
Wat: Maak de opdrachten 1 t/m 3  van §2 op blz. 251
Hoe:  Individueel, maar je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit. 
Hulp: Theorie uit je boek of internet.
Tijd: 15 min.


Klaar?
Leesboek of stiefkind
timer
15:00

Slide 26 - Slide

Zelf oefenen
Cursus 7 spelling §2 leestekens
Wat:  Maak aak de opdrachten 1 t/m 3 van §2 op blz. 251
Hoe:  Individueel, online op de laptop
Hulp:  docent, buur.
Tijd: 15 min.
Uitkomst: Geoefend met Leestekens: punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens
Klaar?
Lezen in je leesboek
of huiswerk
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Fijne dag!
Ruim rustig je spullen op en blijf zitten tot de bel gaat.

Slide 28 - Slide