Begeleidingsstijlen - weerstand

Begeleidingsstijlen


weerstand en afweermechanismen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Begeleidingsstijlen


weerstand en afweermechanismen

Slide 1 - Slide

Vandaag
Korte kennischeck vorige lessen
Weerstand
Afweermechanismen

Slide 2 - Slide

Wat is je bijgebleven van vorige les?

Slide 3 - Open question

Vorige lessen
Agogie
Begeleidingsstijlen
Opvoedstijlen
Straffen/belonen
Motivatie
Veranderingsstadia van Prochaska en DiClemente

Slide 4 - Slide

Je gaat graag naar school, omdat je er komt om nieuwe dingen te leren. Over welke soort motivatie hebben we het dan?

Slide 5 - Open question

Wat zijn voorwaarden voor gedragsverandering?

Slide 6 - Open question

Aan de ene kant wil ik het wel en aan de andere kant ook weer niet.
A
precontemplatie
B
contemplatie
C
actie
D
onderhoud

Slide 7 - Quiz

Deze verandering zou me veel opleveren, maar hoe kan ik dit aanpakken?
A
precontemplatie
B
contemplatie
C
preparatie
D
onderhoud

Slide 8 - Quiz

Dit is nergens voor nodig, ik heb helemaal geen probleem.
A
precontemplatie
B
contemplatie
C
preparatie
D
actie

Slide 9 - Quiz

Het lukt steeds beter om me anders te gedragen, al kom ik soms nog wel in de verleiding.
A
contemplatie
B
preparatie
C
actie
D
onderhoud

Slide 10 - Quiz

Het nieuwe gedrag verloopt bij mij al ongeveer automatisch; ik hoef er niet meer over na te denken.
A
contemplatie
B
preparatie
C
actie
D
onderhoud

Slide 11 - Quiz

Wat zijn redenen dat
mensen hun gedrag niet
kunnen of willen veranderen?

Slide 12 - Mind map

Wat is weerstand?
Wanneer iemand verandering als bedreiging ervaart, dan gaat hij zich ertegen wapenen. Het weren van negatieve invloeden van buitenaf. 

Slide 13 - Slide

Afweermechanisme
Een (onbewuste) manier om je als individu of groep te beschermen tegen heftige gevoelens.

Slide 14 - Slide

afweermechanisme

Weerstand in gedrag komt voort uit een bepaalde emotie die eronder ligt en komt vaak voort uit een afweermechanisme. 

Wanneer iemand verandering als bedreiging ervaart, dan gaat hij zich ertegen wapenen. Een afweermechanisme is een (onbewuste) manier om je als individu of groep te beschermen tegen heftige gevoelens. Eigenlijk gaat elke ingrijpende psychosociale verandering wel met enige afweer gepaard.

Slide 15 - Slide

Afweermechanismen (Brinkman, 2013)

 Rationalisatie
Verdringing of ontkenning
Verschuiving
Vermijding
Overdekking door het tegendeel
Projectie
Diskwalificatie

Slide 16 - Slide

Rationalisatie
Onjuiste argumenten geven om het gedrag te rechtvaardigen. 

Slide 17 - Slide

verdringing of ontkenning
Bedreigende gevoelens/aspecten wegstoppen uit het bewustzijn.
Wanneer ze daarbij actief worden tegengesproken gaat het om ontkenning.

Slide 18 - Slide

verschuiving
Negatieve gevoelens uiten tegen iemand (of iets) anders dan tegen wie ze eigenlijk gericht zijn.

Slide 19 - Slide

vermijding
Situaties die bedreigend zijn, ontlopen. 

Slide 20 - Slide

Overdekking door het tegendeel 
Bedreigende gevoelens overschreeuwen door het tegengestelde gevoel te uiten. 

Slide 21 - Slide

projectie
Gevoelens/problemen onterecht aan een ander toeschrijven. 

Slide 22 - Slide

diskwalificatie
Iemand (bijvoorbeeld de hulpverlener) als verdacht of incapabel afschilderen, zodat niets van hem aangetrokken hoeft te worden.

Slide 23 - Slide

1

Slide 24 - Video

03:21
Welke vormen van afweermechanismen zie je bij de zoon en welke bij de moeder?

Slide 25 - Open question

Praktijkvoorbeeld: in de jeugdzorg geef ik aan ouders opvoedadvies. Een vader zegt tegen mij: "Ik ga geen advies van jou aannemen, je hebt zelf geen eens kinderen." Welke vorm van afweermechanisme is dit?

Slide 26 - Open question

diskwalificatie
Dit was een voorbeeld van diskwalificeren van de hulpverlener. Hiermee praat de cliënt het voor zichzelf goed door de hulpverlener minder belangrijk te maken. De cliënt vindt dat hij niks van de hulpverlener hoeft aan te nemen.

Slide 27 - Slide

Een jongen van 16 jaar woont bij zijn ouders. Hij gaat vaak stappen en hierbij drinkt hij veel alcohol en soms gebruikt hij ook drugs. Zijn ouders maken zich zorgen, want hij gaat ook bijna niet meer naar school. Wanneer zijn moeder met hem wil praten hierover, vertrekt hij altijd met een smoes snel het huis uit. Welk afweermechanisme gebruikt deze jongen?

Slide 28 - Open question

Vermijding
Dit was een voorbeeld van vermijding. De jongen probeert door middel van alcohol en drugs zijn negatieve gevoelens te onderdrukken. Hierover praten lukt hem niet. Wanneer zijn moeder dit probeert, ervaart hij dit als bedreigend en gaat hij dit uit de weg. 

Slide 29 - Slide

Je had een rotdag bij je werk bij de kinderopvang: de kinderen luisterden niet en aan het einde van de dag kwam er een ouder naar je toe om te klagen over dat zijn kind gevallen was en zijn jas nu kapot is. Wanneer je thuiskomt, zie je dat je partner nog geen eten heeft gehaald zoals afgesproken. Op dat moment schiet je uit je slof en word je heel erg boos. Welk afweermechanisme is dit denken jullie?

Slide 30 - Open question

verschuiving
Dit was een voorbeeld van verschuiving. Je durft je frustratie niet te uiten bij de kinderen of ouder die klaagt. Zij waren wel de bron van je emoties, maar daar toon je het niet. In plaats daarvan uit je de emoties bij een minder bedreigende ontvanger, in dit geval je partner.

Slide 31 - Slide

Wat kun je het beste doen bij weerstand?

Slide 32 - Open question

Omgaan met weerstand 
Do's
Dont's
Benoemen van de weerstand en empathie tonen. Kijk hierbij in welk stadium de cliënt zit van het verandermodel. 
De ander veroordelen of niet serieus nemen.
De ander ruimte geven voor de weerstand.
Pushen.
Meer informatie geven en benoemen wat de voordelen voor de ander zijn als ze wel willen veranderen
De strijd aan gaan. Jezelf verdedigen. Dit heeft geen zin!
Vragen naar de bezwaren en aandacht hebben voor de emoties die eronder liggen
Voor de ander invullen waarom hij/zij het niet wil. 

Slide 33 - Slide

Uitingsvormen van weerstand (Van Alphen, 2016)

  • Argumenteren: De burger trekt wat je zegt in twijfel, neemt het niet serieus of reageert vijandig.
  • Onderbreken: De burger valt jou op een verdedigende manier in de rede.
  • Ontkennen: De burger beschuldigt anderen, is het met je oneens zonder een alternatief te geven, vergoelijkt zijn gedrag, toont zich onkwetsbaar, bagatelliseert zijn probleem, drukt tegenzin/pessimisme uit of zegt niet te willen veranderen.
  • Negeren: De burger let niet op tijdens gesprekken, geeft geen antwoorden en reacties of verandert van gespreksonderwerp.

Slide 34 - Slide

Aan de slag
Je krijgt een aantal opdrachten.
timer
15:00

Slide 35 - Slide