Les 4 - Activerende methodieken en begeleidingsstijlen

Activerende methodieken en begeleidingsstijlen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Activerende methodieken en begeleidingsstijlenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Activerende methodieken en begeleidingsstijlen

Slide 1 - Slide

Wedstrijd vragen stellen
  1. Bedenk met je groepje drie moeilijke vragen over de behandelde stof tot nu toe op post its. Een ander groepje gaat deze vragen beantwoorden.
  2. De docent controleert de moeilijkheidsgraad van de vragen. Puntenscore: 1= makkelijk 2= redelijk 3= moeilijk.

3.Welk groepje scoort de meeste punten?

Slide 2 - Slide

     Behandelde stof tot nu toe:
  • agogie en opvoeden
  •  verschillende opvoedstijlen
  • straffen en belonen
  • soorten beloningen

Slide 3 - Slide

Vandaag:
  • Onderwerp: gedrag veranderen 
  • Opdrachten: 1  in groepje, 1 in Word bestand.
  • Beloningssysteem afmaken

Slide 4 - Slide

Lesdoelen vandaag:
  1. Je kan de voorwaarden om een structurele gedragsverandering te bereiken benoemen.
  2. Je weet welke stappen te doorlopen om tot nieuwe gedrag te komen ( model Prochaska en DiClemente).

Slide 5 - Slide

Wat zijn volgens jou redenen dat
mensen hun gedrag niet
kunnen of willen veranderen?

Slide 6 - Mind map

Gedrag veranderen?
Het belangrijkste is de INTENTIE.
Er moet een motivatie zijn ( intrinsiek of extrinsiek) om het nieuwe gedrag te kunnen uitvoeren. 

Slide 7 - Slide

Wat zijn de voorwaarden voor gedragsverandering? 

  • attitude : sta je er positief in?
  • sociale steun: voelt diegene zich gesteund?
  • persoonlijke effectiviteit: geloof je dat het succesvol gaat zijn?
  • interne locus of control: gelooft diegene dat hij/zij zelf invloed heeft op de situatie en dit niet buiten zichzelf zoekt?








Slide 8 - Slide

Opdracht brainstorm 
In groepjes op een vel papier brainstormen:
Wat is er in het algemeen nodig om je gedrag te veranderen en de verandering ook vol te houden? Betrek jullie eigen voorbeelden daarbij. Wat hielp je bij jouw verandering? En wat zat juist in de weg? 
Noteer per groepje jullie antwoorden op een vel papier. Daarna klassikaal bespreken. 

Slide 9 - Slide

De volgende vraag is welke stappen we doorlopen om tot nieuw gedrag te komen. Het meest gebruikte model in zorg en welzijn is dat van Prochaska en DiClemente. ( zie leswijzer)

Slide 10 - Slide

Stadium 1 Precontemplatie
In deze fase is de burger zich niet bewust van het probleem, vertoont hij vermijdingsgedrag en ziet hij vooral de nadelen van verandering (struisvogelen). Mogelijke reacties die je kunt geven:

• erkennen dat de burger niet klaar is voor verandering
• benadrukken dat de burger zelf besluit
• stimuleren van bewustwording van het eigen gedrag en de invloed op de omgeving (observaties, confrontaties, rollenspel, psychodrama).

Slide 11 - Slide

Stadium 2: contemplatie
De burger is zich nu bewust van het probleem, wikt en weegt over de voordelen en nadelen en hij uit weerstand (kat uit de boom kijken). Mogelijke reacties:

 • erkennen dat de burger niet klaar is voor verandering
• benadrukken dat de burger zelf besluit
• evaluatie van de voor- en nadelen en van gedragsalternatieven stimuleren
• verhelderen van waarden, denkbeelden en wensen
• motiverende gespreksvoering.

Slide 12 - Slide

stadium 3: voorbereiding
De burger ziet vooral de voordelen van nieuw gedrag en smeedt veranderingsplannen of doet zelfs al kleine pogingen. Mogelijke reacties:

• toetsen of benodigde vaardigheden aanwezig zijn
• helpen doelen en plan te formuleren
• motivatie op peil houden
• ondersteunen bij het wegnemen van obstakels
• helpen sociale steun te mobiliseren
• toewijding bevorderen, zoals behandelcontracten aangaan.

Slide 13 - Slide

stadium 4: actie
De burger oefent met nieuw gedrag, leert vaardigheden aan en past deze toe. 
Mogelijke reacties:
• helpen gedrag te herstructureren en te vervangen door alternatieven (ontspanning, voor zichzelf opkomen, positieve uitspraken over zichzelf)
sociale steun stimuleren
• winst op de lange termijn benadrukken
• belonen (ook het zichzelf belonen stimuleren)
• het ‘honeymoon-effect’ voorkomen, waarbij de burger denkt dat het probleem is opgelost zodra hij positieve effecten begint te zien
• helpen omgaan met situaties die het probleemgedrag uitlokken.

Slide 14 - Slide

stadium 5: onderhoud
De burger is blijvend toegewijd aan het nieuwe gedrag; het wordt onderdeel van zijn gewoontes. Mogelijke reacties:

• geleidelijk terugtreden, maar nog ondersteunen waar nodig
• innerlijke beloning aanwakkeren
• mogelijke terugval bespreken en hiervoor een strategie laten bedenken
• ondersteunen bij verfijning en bredere toepassing van het nieuwe gedrag.
Vaak lukt het niet om de verandering vast te houden en valt de burger terug in oud gedrag.

Slide 15 - Slide

stadium 6: terugval
Vaak lukt het niet om de verandering vast te houden en valt de burger terug in oud gedrag. Dan moet je meerdere cirkels doorlopen. Mogelijke reacties:

• ondersteunen bij de vooraf bepaalde strategie voor terugval
• helpen accepteren dat terugval erbij hoort, dat je daarvan kunt leren
• motivatie op peil houden.

Slide 16 - Slide

opdracht 
Maak opdracht 1 in je Word bestand. 

Schrijf op: les 4, opdracht 1
Ben je klaar? Werk aan de vorige opdrachten .

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Praktijkvoorbeeld: in de jeugdzorg geef ik aan ouders opvoedadvies. Een vader zegt tegen mij: "Ik ga geen advies van jou aannemen, je hebt zelf geen eens kinderen." Welke vorm van afweermechanisme is dit denken jullie?

Slide 20 - Open question

Diskwalificatie
Dit was een voorbeeld van diskwalificeren van de hulpverlener. Hiermee praat de cliënt het voor zichzelf goed door de hulpverlener minder belangrijk te maken. De cliënt vindt dat hij niks van de hulpverlener hoeft aan te nemen. 

Slide 21 - Slide

Een jongen van 16 jaar woont bij zijn ouders. Hij gaat vaak stappen en hierbij drinkt hij veel alcohol en soms gebruikt hij ook drugs. Zijn ouders maken zich zorgen, want hij gaat ook bijna niet meer naar school. Wanneer zijn moeder met hem wil praten hierover, vertrekt hij altijd met een smoes snel het huis uit. Welk afweermechanisme gebruikt deze jongen?

Slide 22 - Open question

Vermijding
Dit was een voorbeeld van vermijding. De jongen probeert door middel van alcohol en drugs zijn negatieve gevoelens te onderdrukken. Hierover praten lukt hem niet. Wanneer zijn moeder dit probeert, ervaart hij dit als bedreigend en gaat hij dit uit de weg. 

Slide 23 - Slide

Je had een rotdag bij je werk bij de kinderopvang: de kinderen luisterden niet en aan het einde van de dag kwam er een ouder naar je toe om te klagen over dat zijn kind gevallen was en zijn jas nu kapot is. Wanneer je thuiskomt, zie je dat je partner nog geen eten heeft gehaald zoals afgesproken. Op dat moment schiet je uit je slof en word je heel erg boos. Welk afweermechanisme is dit denken jullie?

Slide 24 - Open question

Verschuiving
Dit was een voorbeeld van verschuiving. Je durft je frustratie niet te uiten bij de kinderen of ouder die klaagt. Zij waren wel de bron van je emoties, maar daar toon je het niet. In plaats daarvan uit je de emoties bij een minder bedreigende ontvanger, in dit geval je partner.

Slide 25 - Slide

Wat kun je het beste doen bij weerstand?

Slide 26 - Open question

Omgaan met weerstand 
Do's
Dont's
Benoemen van de weerstand en empathie tonen. Kijk hierbij in welk stadium de cliënt zit van het verandermodel. 
De ander veroordelen of niet serieus nemen.
De ander ruimte geven voor de weerstand.
Pushen.
Meer informatie geven en benoemen wat de voordelen voor de ander zijn als ze wel willen veranderen
De strijd aan gaan. Jezelf verdedigen. Dit heeft geen zin!
Vragen naar de bezwaren en aandacht hebben voor de emoties die eronder liggen
Voor de ander invullen waarom hij/zij het niet wil. 

Slide 27 - Slide

Geef jezelf een cijfer voor je inzet tijdens deze les
010

Slide 28 - Poll

Wat neem jij mee uit deze les?

Slide 29 - Open question

Bedankt en tot volgende week!

Slide 30 - Slide