2de College FO

• maatschappijeer
• HBO
• Studiejaar 1

Behandelen 6 april

Algemeen over boek

Paradoxen bespreken op de actuele arbeidsmarkt (met behulp van jullie opdrachten)

Actualiteit

Paar termen toelichten uit eerste drie delen

Eerst procesvraag:

Hoe beviel het boek?

Lees/ leertips?

Wat is het verschil tussen een brede en een smalle definitie van arbeid?

Wat is het verschil tussen arbeidsdeling en arbeidsverdeling?

Over dat verschil tussen arbeids- (ver)deling

Consensus of conflict?

Bij welke van de 2 eerder consensus en waarom?

Waarom handig in de klas?

lagere transactiekosten

Niet overal conflict over. Niet over het natuurlijke

Durkheim zelfs over solidariteit.

lagere transactiekosten

Gevolg van deling:

Samenvoegen --> 

coordineren --> 

verdelen!

St(r)oomversnelling in industriele revolutie, waarom?

lagere transactiekosten

Niet overal conflict over. Niet over het natuurlijke

Durkheim zelfs over solidariteit.

Wat is het verschil tussen gebruikswaarde en ruilwaarde?

Dus belang efficiente markt volgens Smith, want:

Arbeid voornaamste bron ruil- en gebruikswaarde

Arbeidssplitsing en efficient verdelen over de werkenden:

Arbeidsverdeling was machtsverdeling.

Ideaal toch want ondernemers zorgden voor  

concurrentie, lage prijzen, innovatie....:

Actuele paradox op het gebied van arbeidssociologie

Doelen opdracht:

Je laat zien dat je actualiteit kunt koppelen aan arbeidssociologie. En dat je daarvoor kunt spelen met begrippen en dilemma’s uit Mok en de LKB dom 5.

Voor de actualiteit kies je een paradoxale situatie op de huidige Nederlandse arbeidsmarkt, bijvoorbeeld zoals die beschreven in 1.6. Houd er rekening mee dat ze in die paragraaf voor het laatst zijn beschreven in 2014. Met name die paradox over flexibilisering is veranderd de afgelopen jaren. Licht veranderingen toe.

a. Lees je in over de paradox van jouw keuze. Noteer je bronnen en gebruik ook kwaliteitsartikelen zoals uit een opinietijdschrift, kwaliteitskrant, of website als socialevraagstukken.nl).

b. Kijk of de begrippen in je paradox in de alfabetische aandachtspuntenlijst (zie los bestand) terugkomen. Zoja, gebruik de bijbehorende hoofdstukken uit het boek om je opdracht te verdiepen.

c. Stapje moeilijker mag: Kijk of de paradox terugkomt in de LKB, bijvoorbeeld bij de dilemma’s (5.5, 5.9 en 5.13)

d.Hoe laten (welke) bronnen jou -en jouw leerlingen- de paradox of het dilemma beter begrijpen? 

e. Sta stil bij de datum van het artikel en probeer te analyseren of en hoe jouw paradox aan verandering onderhevig zijn. Als het een ouder artikel is, mag je bijvoorbeeld uitleggen dat en waarom het onderwerp inmiddels veranderd is. Of als het artikel al gaat over verandering door de tijd, mag je bijvoorbeeld proberen die verandering door te trekken naar de toekomst: wat voorspel je en waarom/ onder welke omstandigheden? Deze laatste deelvraag gaat dus niet zozeer om feiten maar om de onderbouwing van jouw vergelijking door de tijd.

Paradox 1: statistische discriminatie

Paradox 2: Flexibilisering vs betekenisvol werk

Actualiteit mbt flexibilisering

Polderpakket met maatregelen om aandeel flexwerkers omlaag te krijgen

Beoogd maatschappelijk effect?

De maatregelen op een rij.

Polderpartners allemaal eens?/

Nu de goede tijd/ huidige abm?

Enkele termen

Onzichtbare hand

instituut of institutie?
 Mattheus-effect (72)

tijdssoevereiniteit (50, 106)

Vervreemding

Verzoeknummers?

Vervreemding in H6

Gericht op oorzaken, waar gebrek aan is:

beslissingsruimte, beslissingsmogelijkheden, leermogelijkheden, ontplooiingskansen

systeeminzicht, evenwicht P/T

Marx: niet de productiekrachten zelf, maar hoe die over de mensen heersen in het kapitalistische systeem

Vervreemding in H3

Gericht op oorzaken, waar gebrek aan is:

band met arbeid; commodificering (77)

Vervreemding in H10

Oorzaken: technologische ontwikkeling, vooral de fase B (229) van mechanisering & massaproductie

Gevolgen: machteloosheid, zinloosheid, isolement, zelfvervreemding

Oplossingen: Naar verdere automatisering (en/ of terug vakmanschap)

Opdrachtje tijdens les 6 april

Kijk terug naar de oorzaken en gevolgen vervreemding (op de sheets hiervoor en in je boek in H6, p. 152 en in H 10, 229)

Schrijf daarna per oorzaak een voorbeeld op van hoe deze zou kunnen optreden bij 

-het docentschap?

-de leerling?