Leesvaardigheid H1

Welkom!
Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!
timer
15:00
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...verschillende signaalwoorden herkennen;

...verschillende tekstverbanden benoemen.

Slide 2 - Slide





Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN tekstverband?
A
opsomming
B
voorwaarde
C
tegenstelling
D
synoniem

Slide 4 - Quiz

1. Wat is een synoniem?
2. Geef een voorbeeld van een synoniem.

Slide 5 - Open question

Het signaalwoord "Om.......te...." hoort bij
een .... tekstverband?
A
oorzaak - gevolg
B
redengevend
C
doel - middel
D
concluderend

Slide 6 - Quiz

Welk tekstverband herken je?

'Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.'
A
Doel-middelverband
B
Concluderend verband
C
Samenvattend verband
D
Vergelijkend verband

Slide 7 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij het tekstverband 'tijdsvolgorde'?
A
terwijl
B
daarnaast
C
toch
D
mits

Slide 8 - Quiz

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?

Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar

Slide 9 - Quiz

Aan de slag!
Maak opdracht 1, blz. 243.

Je werkt zelfstandig,
je hebt 15 minuten de tijd.

Klaar = lezen theorie, blz. 12

We bespreken klassikaal de opdracht.

timer
15:00

Slide 10 - Slide

Lesdoelen??
Aan het einde van de les kun je...

...verschillende signaalwoorden herkennen;

...verschillende tekstverbanden benoemen.

Slide 11 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een tekststructuur is;

...de structuur van een tekst benoemen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 4, blz. 16.

Je werkt zelfstandig, in stilte.
Je hebt 15 minuten de tijd.

Klaar = nakijken via Showbie
Code H3B = W Y W N Z
Code H3E = F 4 M M R
timer
15:00

Slide 17 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een tekststructuur is;

...de structuur van een tekst benoemen.

Slide 18 - Slide

Terugblik

Kahoot

10 vragen over leesvaardigheid

Slide 19 - Slide

Welkom!
Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...verschillende signaalwoorden herkennen;

...de structuur van een tekst herkennen en benoemen.

Slide 21 - Slide

Huiswerk
'Minder last van een jetlag' - opdracht 4 nakijken / bespreken

Zie Showbie.


Slide 22 - Slide

Tekststructuren (2)
Startopdracht, blz. 42.

'De mode ver vooruit'

Wat klopt er niet aan de tekststructuur?


Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 1, blz. 43.

Je werkt zelfstandig of met z'n tweeën, in stilte / fluistermodus.

Je hebt 15 minuten de tijd.
timer
15:00

Slide 24 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...verschillende signaalwoorden herkennen;

...de structuur van een tekst herkennen en benoemen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Tekstbegrip
1. Klassikaal bespreken, opdracht 1, blz. 43 (huiswerk)

2. Klassikaal lezen tekst 3: Prijzige nostalgie met weinig inhoud (blz. 44 & 4)

3. Zelfstandig werken aan opdracht 2, blz. 44
Klaar = 
H1 Woordenschat, maak 
startopdracht & lees theorie 
stijlfiguren




timer
15:00

Slide 28 - Slide

Welkom!
Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!
timer
15:00

Slide 29 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...stijlfiguren benoemen;

...de beeldspraak 'personificatie' en 'vergelijking' herkennen.

Slide 30 - Slide

Aantekening!
Beeldspraak is een vorm van figuurlijk taalgebruik.

Je gebruikt een ander woord die een niet-letterlijke betekenis heeft. 

Doel: je boodschap wordt duidelijker en krachtiger.


Slide 31 - Slide

Aantekening!
Vormen van beeldspraak:

1. vergelijking
vb.: Hij heeft honger als een paard.

2. personificatie 
= objecten krijgen menselijke eigenschappen
vb.: De wind fluistert mijn naam.

+ herhaling, tegenstelling & opsomming 
(zie blz. 24)

Slide 32 - Slide

Aan de slag!
Zelfstandig werken 

H1 Woordenschat
Maak opdracht 1 t/m 4, blz. 24


Slide 33 - Slide

Lesdoelen??
Aan het einde van de les kun je...

...stijlfiguren benoemen;

...de beeldspraak 'personificatie' en 'vergelijking' herkennen.

Slide 34 - Slide

Welkom!
Lesdoelen

Terugblik

Uitleg: vaste tekststructuren

Aan de slag!

Slide 35 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

...kun je verschillende leesstrategieen toepassen;

...kun je vier tekststructuren benoemen;

...heb je geoefend met begrijpend lezen.

Slide 36 - Slide

Als je de eerste en laatste zin van elke alinea leest, welke leesstrategie gebruik je dan?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Grondig lezen
D
Zoekend lezen

Slide 37 - Quiz

Wat is het doel van oriënterend lezen?
A
Onderwerp van een tekst vinden.
B
Hoofdzaken uit een tekst halen.
C
Bijzaken uit een tekst halen.
D
De tekst onthouden.

Slide 38 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?

Slide 39 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 40 - Open question

Aan de slag!
Klassikaal lezen tekst 1, blz. 13: 
Over de grens.

Maak opdracht 1, blz. 13

Slide 41 - Slide

Welkom!
- Lesdoelen  

- Terugblik: tekststructuren

- Aan de slag!

Slide 42 - Slide

Terugblik
- Leesmanieren, tekstdoelen

- Onderwep, deelonderwerp, hoofdgedachte

- Woordraadstrategieen 

- Tekststructuren

Slide 43 - Slide

Tekststructuur, blz. 7
Aspectenstructuur
inleiding = onderwerp
middenstuk = diverse aspecten v/h onderwerp
slot = samenvatting

Verleden/heden(/toekomst)structuur
inleiding = onderwerp
middenstuk = situatie vroeger
                           = situatie nu
slot = conclusie of situatie in de toekomst 

Slide 44 - Slide

Tekststructuur, blz. 8
voor- en nadelenstructuur
inleiding = onderwerp, vraag og stelling
middenstuk = voor- en nadelen
slot = afweging of conclusie

vraag/antwoordstructuur
inleiding = vraag
middenstuk = antwoord(en)
slot = samenvatting of conclusie

Slide 45 - Slide

Aan de slag!
- Lees tekst 'Een eeuw in cijfers' (uitgeprint, blz. 10 & 11)

- Markeer de signaalwoorden.

- Geef antwoord op de vragen op blz. 10 & vragen over tekstverklaren (zie GoFormative, code CONLTD).

--> Klaar = opdracht 1 & 2, blz 49 maken (= huiswerk).

Slide 46 - Slide