This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
Slide 1 - Slide
Doel vandaag:
Het herkennen van een bijwoordelijke bepaling
Slide 2 - Slide
We gaan de volgende zin ontleden:
Tijdens de wedstrijd heeft Luuk zijn enkel lelijk verzwikt.
Slide 3 - Slide
Tijdens de wedstrijd heeft Luuk zijn enkel lelijk verzwikt. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 4 - Open question
......................................................WG................................................................WG..... Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk zijn enkel lelijk | verzwikt.|
Wat is het onderwerp?
Slide 5 - Open question
......................................................WG.........O...................................................WG..... Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk | zijn enkel lelijk | verzwikt.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 6 - Open question
......................................................WG.........O.................LV...............................WG..... Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk | zijn enkel | lelijk | verzwikt.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 7 - Open question
......................................................WG.........O.................LV...............................WG..... Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk | zijn enkel | lelijk | verzwikt.
Welke stukken blijven over? Dit zijn de bijwoordelijke bepalingen.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Typ jij regelmatig je geboortedatum in een wachtwoordveld? Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 10 - Open question
.WG............................................................................................................................ Typ | jij regelmatig je geboortedatum in een wachtwoordveld? Wat is het onderwerp?
Slide 11 - Open question
.WG..O.................................................................................................................... Typ| jij| regelmatig je geboortedatum in een wachtwoordveld? Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 12 - Open question
.WG..O.....................................................LV............................................................... Typ| jij| regelmatig | je geboortedatum |in een wachtwoordveld?
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 13 - Open question
.WG..O.....................................................LV............................................................................. Typ| jij| regelmatig | je geboortedatum |in een wachtwoordveld?
Typ| jij| regelmatig | je geboortedatum |in een wachtwoordveld?
Slide 15 - Slide
Maak opdracht:
7, 8, 9 van §5.7
Maak de 'Test jezelf' van §5.7
Gebruik de leertekst:
* Bijwoordelijke bepaling
* Maken opdrachten
* Nakijken
* woordentrainer
* nabespreken doel van de les
Slide 16 - Slide
Nabespreken
Slide 17 - Slide
Haar vader wil haar een reis geven naar Lapland. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 18 - Open question
............................WG.........................................WG......................................................... Haar vader | wil | haar een reis | geven | naar Lapland. Wat is het onderwerp?
Slide 19 - Open question
............O..............WG.........................................WG......................................................... Haar vader | wil | haar een reis | geven | naar Lapland. Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 20 - Open question
............O..............WG......................LV.............WG......................................................... Haar vader | wil | haar | een reis | geven | naar Lapland. Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 21 - Open question
............O..............WG.....MV..........LV.............WG......................................................... Haar vader | wil | haar | een reis | geven | naar Lapland. Wat zijn de bijwoordelijke bepalingen?