Stijlfiguren (1) - 15112022

Nederlands  
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands  

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Toets nakijken (10')
  • Herhaling beeldspraak en theorie stijlfiguren: herhaling, tegenstelling, opsomming, hyperbool, understatement en eufemisme (15') 
  • Oefenen op chromebook met Nieuw Nederlands (15')
  •  Exit-ticket (10')

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Beeldspraak
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Je bedoelt niet letterlijk wat je zegt, maar gebruikt beelden om iets sterker uit te drukken. We herhalen: de vergelijking, de metafoor en de personificatie.

Slide 4 - Slide

De vergelijking
eigenschap van het OBJECT
een BEELD
vergelijken met

Slide 5 - Slide

De metafoor
Tekst
alleen BEELD, het object wordt niet genoemd

Slide 6 - Slide

Personificatie
De tijd vliegt ...
Levensloze zaken worden voorgesteld als een levend iets ...

Slide 7 - Slide

Stijlfiguren
  • kun je gebruiken om een tekst of een debat/gesprek levendig en aantrekkelijk te maken
  • gebruik je om iets te benadrukken, om ergens de aandacht op te vestigen

Slide 8 - Slide

herhaling
  • Verdorie, verdorie en nog eens verdorie.
  • Geld, ja, geld is het enige waar hij voor leeft.
  • Ik ga nooit, nooit meer in een achtbaan.

Slide 9 - Slide

tegenstelling
  • Wij steunen elkaar door dik en dun.
  • De grootste ondernemer van de stad moest op de kleintjes letten.
  • Een grote mond, maar een klein hartje hebben.

Slide 10 - Slide

opsomming 1: drieslag
Een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen.
  • Bloed, zweet en tranen.
  • Geloof, hoop en liefde
  • Veni, vidi, vici.
  • Heerlijk, helder, Heineken.

Slide 11 - Slide

opsomming 2: climax
Een steeds sterker wordende reeks.
  • Goed, beter, best.
  • Hij voelde zich goed, nee geweldig, hij voelde zich ronduit fantastisch!

Slide 12 - Slide

opsomming 3: omgekeerde climax
Een steeds zwakker wordende reeks
  • Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het bleek zelfs nog geen fiets. Nee, hij won een bal.

Slide 13 - Slide

Hyperbool

Als je overdrijft:


Het duurde tien jaar voordat je eindelijk eens terugbelde!

Slide 14 - Slide

Understatement

Als je iets afzwakt. Iets is minder mooi, groot of belangrijk dan het in werkelijkheid is.


Mijn rijke oom heeft een stulpje in Monaco gekocht.

Slide 15 - Slide

Eufemisme
Als je iets 'verzachtend' of netter uitdrukt, dan het in werkelijkheid is. De werkelijkheid is niet zo prettig of netjes.

Uw zoon heeft een heel eigen manier van 
communiceren met de docent.

Slide 16 - Slide

Opdrachten
- open je chromebook
- ga naar Aerobe DLO  
- Magister/Leermiddelen/NieuwNederlands

In Nieuw Nederlands ga je naar: 
Planning - Beeldspraak en stijlfiguren (les 1) 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving



Vragen?

Slide 19 - Slide

timer
15:00

Slide 20 - Slide