Tag: een kort vraagje aan het einde van een zin.
In het Nederlands zeg je vaak iets als: nietwaar? / hè? / toch? / vind je niet?
In het Engels gebruik je bijvoorbeeld:
..., is it? / ..., isn't it? / ..., are you? / ..., aren't you?
Zo ziet het eruit:
She's not angry, is she?
You're not busy, are you?
You're at school together, aren't you?