Objectief beoordelen

Objectief beoordelen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Objectief beoordelen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Objectief beoordelen is nooit 100% objectief

Slide 3 - Slide

Objectief beoordelen
  • Elke student/vrijwilliger/collega is anders
  • Elk bedrijf is anders
  • Elke begeleider is anders
  • Elke situatie en elk kind/jongere/cliënt/patiënt is anders
  • Er wordt met mensen gewerkt en niet met een materieel product dat aan bepaalde eisen moet voldoen.

Slide 4 - Slide

Een praktijkbegeleider kan nooit zijn eigen stagiaire objectief beoordelen
A
eens
B
oneens

Slide 5 - Quiz

Valkuilen bij beoordelen
  • De stagiaire/vrijwilliger/nieuwe collega is erg aardig en welwillend
  • De stagiaire/vrijwilliger/nieuwe collega is niet zo aardig of niet bereidwillig
  • Vasthouden aan eerste indruk
  • De stagiaire/vrijwilliger/nieuwe collega vergelijken met voorgaande stagiaires/vrijwilligers/collega's

Slide 6 - Slide

Valkuilen bij beoordelen
  • Herkenning en overeenkomst met jezelf zien
  • Beoordelen op basis van hetgeen je eerder hebt gezien
  •  Geen onvoldoende kunnen of willen geven
  • ontwikkelingsgericht beoordelen i.p.v kwalificerend
  • Feedback geven i.p.v een onderbouwing van de criteria

Slide 7 - Slide

Een student die het goed doet in de praktijk kan nooit een onvoldoende halen voor een praktijkexamen
A
eens
B
oneens

Slide 8 - Quiz

Objectief beoordelen
  • Zo objectief mogelijk
  • Gebruik het 4-ogenprincipe bij bijvoorbeeld examens van stagiaires
  • Beschrijf het gedrag op het juiste moment

Slide 9 - Slide

Ieder examen moet door iemand anders beoordeeld worden dan de eigen praktijkbegeleider.
A
eens
B
oneens

Slide 10 - Quiz

Onderbouwing beoordeling
Onderbouw de beoordeling , gebaseerd op het criterium dat je beoordeeld hebt

Slide 11 - Slide