Overzicht Module 4 Kwadraten en Wortels

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Overzicht Module 4 Kwadraten en Wortels

Met een berekening controleren of een punt op een parabool ligt. (§5.1)

Vraag:
Ga na of het punt A(-4, 21) op de grafiek ligt van:

y=1,5x​2​​−3

Rekenen met kwadratische formules. (§5.1)

Vraag:
Bij de vorm van de tunnel hoort de formule:
Bereken de hoogte van de top.

y=−​4​​1​​x​2​​+4

Rekenen met kwadratische formules. (§5.1)
Vraag:
Bij de vorm van de tunnel hoort de formule:
Bereken y als x = 4. Wat weet je nu over de breedte
van de tunnel?

y=−​4​​1​​x​2​​+4

De rekenvolgorde toepassen bij berekeningen met wortels. (§5.2)

Vraag:
Bereken

3√​25​​​+5√​1​​​

Rekenen met wortelformules. (§5.2)

Kwadraten berekenen waarin wortels voorkomen. (§5.3)

Vraag:
Bereken

−5(2√​7​​​)​2​​+(−√​3​​​)​2​​

Een som en verschil van gelijksoortige wortels herleiden. (§5.3)

Vraag:
Herleid

Een product van wortels herleiden. (§5.3)

Vraag:
Herleid

−5√​4​​​⋅2√​2​​​+√​2​​​⋅2√​6​​​

Een factor voor het wortel teken brengen. (§5.3)

Vraag:
Herleid

3√​80​​​