H5: Kwadraten en wortels §5.1, §5.2 t/m 19 herhalen na vakantie

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herleid

(3√​5​​​)​2​​

1. 3 * 5 = 15
2. Kan nog steeds niet
3. 3 * 25 = 75
4. 9 * 5 = 45

H5 Kwadraten en wortels

§ 5.1 kwadratische formules

Pak ook even je rekenmachine.

Rekenvolgorde

1

2

3

4

Werk binnen de haakjes

Machtsverheffen en worteltrekken

Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts

Optellen en aftrekken van links naar rechts

Is dit een dal of bergparabool?

y=−​3​​1​​x​2​​

1. bergparabool
2. dalparabool

Is dit een berg of dal parabool?

y=−5+​4​​1​​x​2​​

1. bergparabool
2. dalparabool

Bereken x=4

y=−​4​​1​​x​2​​−5

1. 9
2. -9
3. -1
4. 1

y=2x​2​​−5

Bereken y voor x=−2

1. -13
2. 3
3. -3
4. -8

Bereken−3​2​​

Voer alleen een getal in. Dus geen spaties!

Bereken (−3)​2​​

Voer alleen een getal in. Dus geen spaties!

Bereken x=3

y=​3​​1​​x​2​​

1. 27
2. -27
3. 3
4. -3

Bereken de maximale hoogte h onder het viaduct

h=−​8​​1​​x​2​​+4

1. −​8​​1​​
2. 3​8​​7​​
3. -4
4. 4

H5 Kwadraten en wortels

§ 5.2 Wortels en wortelformules

Bereken:

4√​9​​​+3√​16​​​

Uitleg

Bereken:

6√​(13​2​​−12​2​​)​​​

Uitleg

Herleid:

3√​16​​​−12

1. 0
2. 12
3. -12
4. 10

Herleid

(3√​5​​​)​2​​

1. (3)​2​​⋅(√​5​​​)​2​​
2. Kan niet
3. (3)​2​​⋅√​25​​​

Herleid

√​1​​​

1. 1
2. Kan niet
3. √​1​​​

Herleid

√​2​​​

1. 1
2. Kan niet
3. √​2​​​

Herleid

√​4​​​

1. 2
2. Kan niet
3. √​4​​​

Herleid

√​16​​​

1. 4
2. Kan niet
3. √​16​​​

Herleid

√​13​​​

1. 4
2. Kan niet
3. √​13​​​

Paragraaf 5.1 en 5.2 beheers ik al goed.

😒🙁😐🙂😃

Herleid:

5√​64​​​+3√​25​​​

1. 120√​25​​​
2. Kan niet wortels niet gelijk
3. 55
4. 8√​89​​​

Herleid:

−3√​2​​​⋅5√​8​​​

1. −15√​16​​​
2. kan niet wortels zijn niet gelijk
3. -60
4. 60

Breng een zo groot mogelijke factor voor het wortelteken

√​432​​​

1. 6√​12​​​
2. 12√​3​​​
3. 144√​3​​​
4. geen idee

Bereken de omtrek van
dit vierkant

60 

cm​2​​

1. 4√​60​​​cm
2. 240 cm
3. √​240​​​cm
4. 4+√​60​​​

Herleid:

−√​0,36​​​

1. -0,18
2. kan niet
3. -0,6
4. 0,6

Gegeven is de formule
Ligt het punt A(3,8) op de grafiek?

y=​2​​1​​x​2​​+4

1. Ja
2. Nee

Punt P(4,12) ligt op de grafiek van
. Bereken de waarde van a.

y=a√​x​​​+a

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5