Vrije Tijd - Woordenschat en Spreekvaardigheid

• NT2
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Goedemorgen!

Vraag:

Hoe gaat het ? / Alles goed? / Hoe gaat het met jou?

Het gaat goed, want ik heb lekker geslapen.
Het gaat goed, omdat ik een fijne ochtend had.
Het gaat goed, want we hebben gisteren gewonnen.

Het gaat slecht, want ik heb niet goed geslapen.
Het gaat slecht, want ik heb niet lekker getraind vanmorgen.
Het gaat slecht, want we hebben gisteren verloren.

Wat gaan we doen vandaag?

vrije tijd

lezen

luisteren

schrijven

Lezen

Schrijf de woorden op de je niet kent in je schrift

Vrije tijd

Welke woorden weten we nog? 

Wat is vrije tijd?

Vrije tijd is de tijd naast school of werk. Jij kiest wat je doet.

Ik ga naar het concert van .

Ik ga naar de bioscoop. Ik kijk graag films.

Ik ga naar het museum.

Ik speel gitaar. (de gitaar)

Hij speelt op het drumstel. Hij is drummer.

Ik ga naar de sportschool. Ik doe aan fitness.

hardlopen

tennissen

volleyballen

korfballen

gamen

Hoe vaak?

Ik poets altijd mijn tanden. Ik doe dat iedere dag.

Ik ga meestal naar school. Soms ben ik ziek.

Ik ga vaak naar de sportschool. Ik ga 3 keer per week.

Ik moet soms naar de tandarts. Ik ga 2 keer per jaar voor controle.

Ik ga nooit hardlopen. Dat vind ik niet leuk.

Waar denk jij aan
bij 'vrije tijd'?

Schrijfopdracht

Lezen + vragen maken

Klaar? Woorden doornemen

De familie Matkuhu

Spreken

Wat doet de familie Mathuku als ze vrije tijd hebben?

Wat vond je leuk?

Wat was niet zo leuk?

vertellen

Pak een kaartje en vertel waarom je dat kaartje gekozen hebt (kiest). 

Wat staat er op het kaartje? Doe je deze activiteit graag? Wat is er zo leuk aan?

Pak je werkboek erbij!

Wat hebben jullie in de pauze gedaan?

Vrije tijd

opdracht 4 blz. 2
Wie gaan er trouwen?

Opdracht 4 blz. 2
Wanneer is het trouwfeest?

In welke plaats wonen Emiel en Fleur?

Luister naar het fragment. 

Waarom ziet Ingrid er mooi uit?

Hoe laat begint het feest?

Gaan de kinderen ook mee naar het feest?

Opdracht 6, blz 3

Taalriedel

Zeg de tweede zijn steeds hardop mee.

Zoek de juiste plaatjes bij elkaar

Praat met elkaar

Wat ga je vanavond doen?

Ik ga ..................

Van wie?

Van .................

Hoe laat begint het feestje?

Het begint om ...............

Veel plezier!

Dank ........

Wat kan je allemaal doen in je vrije tijd?

Loop rond.

Vraag aan elkaar wat je vanavond of dit weekeinde gaat doen.

Geef antwoord. Verzin iets.

Wat zeg je?

Je oom belt. Hij vraagt of je vanavond koffie komt drinken. Je kan niet. Je hebt een feest. Voer een gesprek.

Verzin een verhaal

Hoe heet deze vrouw?

Hoe oud is zij?

Waar is ze?

Wat gaat ze doen?

Schrijf je verhaal.