Woensdag 19 mei 1C

Woensdag 19 mei
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woensdag 19 mei

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen:
  • Deze en volgende twee lessen: oefeningen voor de toets vrijdag
  • Vandaag: bespreken oefeningen les 46 en 52
  • Morgen: bespreken oefeningen les 69 en 76

  • Als je de oefeningen met aandacht maakt en je boek erbij gebruikt, ben je al goed voorbereid voor de toets! Doe dus mee....

Slide 2 - Slide

Werkwijze vandaag
We kijken klassikaal de oefeningen van les 46 en 52 na 
We doen een paar herhalingsvragen in quizvorm


Slide 3 - Slide

Bespreken les 46

Slide 4 - Slide

Bespreken les 46

Slide 5 - Slide

Bespreken les 46

Slide 6 - Slide

Bespreken les 46

Slide 7 - Slide

Bespreken les 52

Slide 8 - Slide

Bespreken les 52

Slide 9 - Slide

Bespreken les 52

Slide 10 - Slide

Bespreken les 52

Slide 11 - Slide

Quizzz time...
Check in bij Lesson up

Slide 12 - Slide

Wat zijn verwijswoorden?
A
Een woord dat een schuldige aanwijst
B
Een groepje woorden.
C
Een woord dat verwijst naar een ander woord of stukje tekst.
D
Een woord dat gebruikt wordt om de tekst beter leesbaar te maken.

Slide 13 - Quiz

Deze verwijswoorden verwijzen naar 'de' woorden
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 14 - Quiz

Wat zijn verwijswoorden ?
A
de
B
deze
C
zij
D
dat

Slide 15 - Quiz

Wat is geen verwijswoord?
A
de
B
deze
C
het
D
dat

Slide 16 - Quiz

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 17 - Quiz

Welk werkwoord zit in deze zin? 'Hij heeft zich verslapen.'
A
Wederkerend werkwoord
B
Zwak werkwoord
C
Beide

Slide 18 - Quiz

Wat is een wederkerend werkwoord?
A
Een werkwoord dat steeds terugkomt
B
Een werkwoord dat je ook andersom kunt lezen
C
Een werkwoord waar een voltooid deelwoord bij hoort
D
Een werkwoord waar een vorm van zich bij hoort.

Slide 19 - Quiz

Wij vermaakten .... prima die dag
A
zich
B
me
C
je
D
ons

Slide 20 - Quiz

Hij moet .... verontschuldigen voor het uitschelden van een oud dametje
A
zich
B
ons
C
hem
D
je

Slide 21 - Quiz

Ik had .... zo op de film verheugd, maar de bios ging dicht
A
je
B
ons
C
zich
D
me

Slide 22 - Quiz

Lesafsluiting
Gedaan: oefenen met verwijswoorden en wederkerende werkwoorden
 
Geleerd: hoe je deze gebruikt

Vanaf volgende week: morgen les 69 en 76
Vergeet de opdrachten niet te maken --> 
huiswerk in Magister 


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link