8-1 A2 ZWW,HWW, KWW

Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

Slide 1 - Slide

Vandaag:
  1. 10 minuutjes lezen
  2. Lesdoel
  3. Huiswerkcheck
  4. Woordsoortencheck: Kahoot!
  5. Soorten werkwoorden
  6. Aan de slag!
  7. Huiswerk + taalvout

Slide 2 - Slide

Chill: 10 minuutjes lezen!

Slide 3 - Slide

Planning komende tijd
PW Grammatica in toetsweek:
1) Zinsontleding
Theorie op blz. 26, je kunt een zin volgens het stappenplan ontleden en je kunt ieder zinsdeel de juiste benaming geven.

2) Woordsoorten
Theorie op blz. 29, 30, 113 en 114. Je moet de juiste benaming aan een woordsoort kunnen geven.


Slide 4 - Slide

Lesdoel:
  • Je kent de woordsoorten uit leerjaar 1.
  • Je weet wat zelfstandig werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden zijn.

Slide 5 - Slide

Huiswerkcheck: leg je schrift open:
opdrachten 2 & 3 van blz. 30 

Slide 6 - Slide

Woordsoortencheck:
Kahoot!

Slide 7 - Slide

Koppelwerkwoord
In plaats van een zelfstandig werkwoord kan een zin ook een koppelwerkwoord hebben.
Er staat altijd óf een zelfstandig werkwoord, óf een koppelwerkwoord in een zin!

- Het onderwerp is dan iets. (Wordt gekoppeld aan een eigenschap.)
- De koppelwerkwoorden zijn ZWaBBeLS-HDV: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat is het koppelwerkwoord?
Karel schijnt jarig te zijn.

Slide 10 - Open question

Is het woord tussen haakjes een zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten.( heb)
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 11 - Quiz

Dat boek van jou lijkt me erg goed.
lijkt = ...

A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 12 - Quiz

Jacob is een oplettende leerling.

is =
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 13 - Quiz


Ineke gaat naar de stad.
Gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Nakijken: opdr. 2 & 3 blz. 30

Theorie:
bestudeer blz. 30 'Soorten werkwoorden'. 
Maken: opdrachten 4 & 5 blz. 30

Klaar?  Extra oefenen grammatica.
Test jezelf blz. 46 en blz. 130 || www.beterontleden.nl 

Overleggen mag: op fluistertoon!

Slide 15 - Slide

Opdracht 2
1
vroeger - bw, Asterix - zn, koperen - bn, ooit - bw
2
Morgenochtend - bw, last - zn, laaghangende - bn, mist - zn
3
Met - vz, gehard - bn, staal - zn, het - blw
4
even - bw, dicht - bn, vanwege - vz, kleine - bn, verbouwing - zn
5
Dankzij - vz, Amerikaanse - bn, steun - zn, de - blw
6
Waarom - bw, op - vz, een - olw, houten - bn, vlot - zn, Engeland - zn
7
doorschijnende - bn, gekleurd - bn, glas - zn
Opdracht 3
1  
Ik - pers.vnw
je - bez.vnw
het - pers.vnw
haar - pers.vnw
2
Dat - aanw.vnw
iedereen - onbep.vnw
jullie - bez.vnw
3
Men - onbep.vnw
zich - wed.vnw
zijn - bez.vnw
4
jullie - pers.vnw
je - wed.vnw
zulke - aanw.vnw



5
Hij - pers.vnw
me - pers.vnw
wat - vr.vnw
dergelijke - aanw.vnw
6
Wie - vr.vnw
hen - pers.vnw
ons - pers.vnw
iets - onbep.vnw
onszelf - wed.vnw
7
Welke - vr.vnw
haar - bez.vnw
u - pers.vnw
uw - bez.vnw

Slide 16 - Slide

Lesdoel:
  • Je kent de woordsoorten uit leerjaar 1.
  • Je weet wat zelfstandig werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden zijn.

Slide 17 - Slide

Lesdoel behaald?
Ja/ nee/ gedeeltelijk, want......

Slide 18 - Open question

Huiswerk & TaalVout


Theorie: bestudeer blz. 30 'Soorten werkwoorden'.
Maken: opdrachten 4 & 5 blz. 30

Slide 19 - Slide