Woordsoorten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Woordsoorten

Planning

• Volgende week toets tijdens de 2e les
• Korte quiz theorie 
• Zelfstandig aan de slag 

Woordsoorten

Dat is het leukste computerspel ... ik ken.

1. dat
2. wat

verwijst naar een het- woord

Het leukste ... ik kan doen na school is gamen.

1. wat
2. dat

overtreffende trap

Het gaat vanmiddag regenen, ... voor veel studenten erg vervelend is.

1. dat
2. wat

verwijst naar een zin die ervoor staat

... gaan deze zomer op vakantie.

1. Zij
2. Hun

Onderwerp van de zin

Ik gooi die bal over ... heen.

1. hen
2. hun

na een voorzetsel 

Die fout heeft ... veel geld gekost.

1. hun
2. hen

meewerkend voorwerp zonder 'aan of voor'

Geef jij die boodschap even aan ... door.

1. hen
2. hun

na voorzetsel 

Blijf van ... laptop af.

1. me
2. mijn

bezittelijk voornaamwoord 

Het meisje ... morgen jarig is, bakt taart.

1. dat
2. die

betrekkelijk voornaamwoord

Hij brak zijn voet, ... hij met zijn fiets tegen een boom reed.

1. doordat
2. omdat

oorzaak

... ik bang ben in het donker, slaap ik altijd met een lamp aan.

1. Omdat
2. Doordat

reden

Aan de slag!

• Woordsoorten
• Woordsoorten - Dat of wat
• Woordsoorten - Hen, hun, zij
• Woordsoorten - Verwijswoorden
• Woordsoorten - Voegwoorden