Onderwerp, hoofdgedachte & de betrouwbaarheid van een tekst.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Nederlands - lezen
Onderwerp, hoofdgedachte & de betrouwbaarheid van een tekst.
Slide 1 - Slide
Wat is ook alweer het onderwerp van een tekst?
Slide 2 - Mind map
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 3 - Mind map
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is altijd een complete zin. Je vindt de hoofdgedachte meestal in de inleiding of in het slot van een tekst, dus lees die twee gedeelten goed!
Let op: de hoofdgedachte is nooit een vraag!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Onderwerp
Hoofdgedachte
de kortst mogelijke samenvatting van een tekst
Beschrijft in één woord of in een paar woorden waarover de tekst gaat
Slide 6 - Drag question
Welke vraag stel je jezelf als je wilt weten wat het onderwerp van een tekst is?
A
Waar gaat de tekst over?
B
Wat is het belangrijkste argument van de schrijver?
C
Wat is het belangrijkste wat er in de tekst gezegd wordt?
Slide 7 - Quiz
Wat is waar?
A
De hoofdgedachte is 1 woord
B
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen
C
De hoofdgedachte kan je uit de tekst halen
D
De hoofdgedachte moet je (soms) zelf verzinnen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst
A
GPS-dienst
B
GPS-dienst pizzaketen
C
pizzaketen
D
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.
B
Deze tekst heeft geen hoofdgedachte.
C
Domino's
D
GPS-dienst pizzaketen.
Slide 12 - Quiz
Betrouwbaarheid van een tekst
Slide 13 - Slide
Om te bepalen of een tekst betrouwbaar is, kijk ik naar:
A
De schrijver, het publiek en de datum van de tekst
B
De bron, het publiek en het doel van de tekst
C
De bron, de schrijver en het doel van de tekst
D
Het publiek, het doel en de datum van de tekst.
Slide 14 - Quiz
Betrouwbaar?
Is deze tekst betrouwbaar?
is deze tekst feitelijk?
Denk: wat wil de schrijver?
Slide 15 - Slide
Betrouwbaarheid teksten
Deskundigheid auteur;
Datum van publicatie;
Objectiviteit;
Taalgebruik;
Feiten of meningen;
Gebruik van bronnen.
Slide 16 - Slide
Betrouwbaarheid van een tekst
Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten.
Slide 17 - Slide
Bekijk de uitspraken over betrouwbaarheid van een tekst. 1. Als de schrijver de bron vermeldt, is de tekst betrouwbaar. 2. Als de tekst niet meer actueel is, is de tekst onbetrouwbaar.
Welke uitspraak over betrouwbaarheid van een tekst is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
Slide 18 - Quiz
Een bijsluiter van medicatie is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Hoe kun je de betrouwbaarheid van een tekst controleren?