This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Examentraining 3
Renaissance periode
Slide 1 - Slide
Zet in de juiste volgorde
Barok
Middeleeuwen
Renaissance
Klassieke oudheid
Slide 2 - Drag question
Renaissance betekent:
A
Vervormen
B
Verbeteren
C
Wedergeboorte
D
Terug naar de dood
Slide 3 - Quiz
Welke beschrijving hoort NIET bij de renaissance?
A
Het levensmotto wordt "memento mori"
B
Er komt nieuwe aandacht voor de klassieken
C
De homo universalis wordt het ideaalbeeld
D
Humanisten zijn belangrijke verspreiders
Slide 4 - Quiz
Wat is een homo universalis (Uomo universale)?
A
hoogbegaafde wetenschapper
B
allesdoener en alleskenner
C
alleskunner en allesweter
D
hoogbegaafde kunstenaar
Slide 5 - Quiz
In de Renaissance maken kunstenaars veel schilderijen met:
A
Mythologische verhalen
B
Stilleven
C
Bijbelse verhalen
D
Portretten
Slide 6 - Quiz
Wat hebben de ideale verhoudingen van het menselijk lichaam te maken met de Romeinse architectuur?
A
Vitruvius wil gebouwen ontwerpen in de vorm van een lichaam
B
Vitruvius wilde dat gebouwen ook in ideale verhoudingen gebouwd werden
C
De romeinen hadden perfecte lichamen
D
Vitruvius wist niet of hij architect of arts wilde worden
Slide 7 - Quiz
Humanisme betekent
A
Leven waarin god centraal staat
B
Leven waarbij de mens centraal staat
C
Godsdienst waarbij de natuur belangrijkst is
D
Een ander woord voor reformatie
Slide 8 - Quiz
Welke bewerking over de commedia dell'arte is NIET waar:
A
stukken bestaan uit dans, zang, spel, mime en poezië
B
er zijn vaste personages die je kan herkennen aan hun maskers en dialecten
C
de tekst wordt geïmproviseerd
D
deze stukken worden vooral opgevoerd aan het hof
Slide 9 - Quiz
De renaissance tuin heeft verschillende doelen/functie. Wat is GEEN functie van de renaissancetuin?
A
De tuin incl. versieringen is een statussymbool en vertelt over de rijkdom, kennis en macht van de eigenaar
B
Esthetische functie: net als de villa voldoet de tuin ook aan de harmonieleer
C
De tuin was er als plaats voor ontspanning en vermaak. Er werden schouwspelen/ toernooien georganiseerd en er waren beeldenprogramma's.
D
De tuin wordt gezien als plek om af te spreken met je geliefde
Slide 10 - Quiz
Voor de hofdans en zeker het hofballet maakte de Kerk een uitzondering. waarom?
A
Een hofdans was meer een manier om waardig te bewegen dan een fysieke bezigheid.
B
Er was nauwelijks/geen lichamelijk contact tussen mannen en vrouwen.
C
Er werd een verhaal uitgebeeld met een mogelijk leerzame les of een boodschap.
D
Er dansten hovelingen aan mee.
Slide 11 - Quiz
Wat hoort NIET bij polyfone muziek
A
meerdere stemmen
B
elke stem heeft een eigen ritme
C
alle stemmen zijn gelijkwaardig
D
alle stemmen hebben dezelfde melodie
Slide 12 - Quiz
Dit muziekstuk is een:
A
monodie
B
madrigaal
C
mis
D
motet
Slide 13 - Quiz
welke zin over de polyfone muziek is WAAR?
A
in de late renaissance werd het minder complex
B
in de late renaissance veranderde er weinig
C
in de late renaissance werd het nog complexer
D
in de late renaissance maakte niemand meer muziek
Slide 14 - Quiz
Wat verstaan we onder een motet in de Renaissance?
A
meerstemmige instrumentale compositie
B
eenstemmig geestelijk lied
C
meerstemmige geestelijke compositie
D
meerstemmige wereldlijke compositie
Slide 15 - Quiz
Welke kunstenaar was naast schilder ook beeldhouwer, dichter, architect en wetenschapper?
A
Leonardo da Vinci
B
Botticelli
C
Michelangelo
D
Rafael
Slide 16 - Quiz
Welke compositievorm zie je in dit schilderij
A
rond
B
vierkant
C
rechthoek
D
driehoek
Slide 17 - Quiz
Het idee over schoonheid in de renaissance ligt vast in evenwichtig maatgebruik, zuivere symmetrie en afgewogen wiskundige verhoudingen. Welke twee woorden zijn sleutelwoorden hiervoor?
A
Centraal Perspectief en symmetrie
B
Harmonie en evenwicht
C
Symmetrie en harmonie
D
Geometrie en evenwicht
Slide 18 - Quiz
Hoe kan je de reformatie terug zien in dit schilderij?
A
Een paar mensen zijn in de bijbel aan het lezen.
B
De mensen zijn bezig met wetenschap en meetkunde
C
Ze zijn in een kerk
D
De kleding ziet er duur uit
Slide 19 - Quiz
Op het schilderij zie je dat er een anatomie les gegeven wordt. Wat is de belangrijkste reden waarom deze les gegeven kon worden in die tijd?
A
Het humanisme stond centraal in die tijd en daarom wilde mensen onderzoek gaan doen om erachter te komen hoe alles werkt.
B
C
De man was een crimineel dus zijn lichaam mocht gebruikt worden voor de wetenschap.
Slide 20 - Quiz
Had de wetenschap een effect op de kunst?
A
Ja, het verbetert hoe de natuur werd afgebeeld
B
Ja, het verbeterde het perspectief en de weergave van menselijke lichamen
C
Nee, alles wat ze toen deden was perfect
D
Ja, want het verbeterde alleen het perspectief
Slide 21 - Quiz
Wat was het doel van Maarten Luther dat leidde tot het begin van de reformatie?
A
hij wilde het protestantisme in de kerk overbrengen
B
hij wilde zich verzetten tegen de woorden van de bijbel
C
hij wilde dat het kopen van aflaten gestimuleerd werd