Taalgebruik

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Taalgebruik

Lesdoel

Normaal taalgebruik voor de toekomst 

Wat doe je met woorden? 

- Je maakt grappen

-Je vraagt iets

- Je geeft een antwoord op een vraag

-Je vertelt iets over jezelf

-Je luistert naar de woorden van een ander

-Je troost iemand

De hele dag zijn er woorden om je heen. 

Woorden 

- Taalgebruik naar elkaar

- Verschil in taalgebruik 

- Jou imago 

- Negatief en positief 

- Taalgebruik binnen werk of stage 

Wat zeg je wel op school,
maar niet op je werk.

Wat denken mensen van jou?

Kan je dit zeggen op je werk?:
'Houd je smoel'

1. nee
2. ja

Wat zou je dan
wel kunnen zeggen?

Kun je worden ontslagen door slecht taalgebruik?

1. nee
2. ja

Kun je deze woorden zeggen?:

kankerhoer, pisnicht, homo, godverdomme

1. nee
2. ja

Taalgebruik

Hoe kan je met woorden iemand blij maken?

Hoe kan je met woorden iemand kwetsen?

Taalgebruik en toekomst 

Vloeken en Schelden

Vloeken zijn woorden die te maken hebben met iemands geloof. Bijvoorbeeld: God (gvd) en Jezus. 

Schelden met bijvoorbeeld: ziekten, afkomst, huidskleur, handicaps, geslachtsdelen, uiterlijk enz.

Als je iemand uitscheldt, besef je dan dat dat pijn kan doen voor de ander?

1. nee
2. ja

Vind je dat we op onze school ook een vloekenpot in moeten voeren?

1. nee
2. ja

Waarom schelden sommige mensen/leerlingen?