signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
WELKOM 1A :)
Planning van deze les:
Hoofdstuk 2.3 Lezen
Aan het einde van deze les kan ik:
de Moeilijkewoordenwijzer toepassen;
signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
Slide 1 - Slide
Je krijgt 1 minuut om een hoofddeksel in huis te zoeken: een pet, hoed, muts, sjaal, hoofdband, etcetera...
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Ik heb zin in weekend!
JA: petje OP
NEE: petje AF
Slide 3 - Slide
Ik heb wel eens van een signaalwoord gehoord
JA: petje OP
NEE: petje AF
Slide 4 - Slide
'Een signaalwoord kan twee zinnen aan elkaar plakken'
WAAR: petje OP
NIET WAAR: petje AF
Slide 5 - Slide
Signaalwoord
Woord dat twee zinnen of alinea's aan elkaar plakt
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
Ik ben moe.
Ik had gisteren een feestje.
Slide 7 - Slide
Voorbeeld
Ik ben moe, WANT
ik had gisteren een feestje.
Want = signaalwoord
Slide 8 - Slide
Signaalwoord
Slide 9 - Slide
Signaalwoord
Signaal
=
Seintje!
Let op!
Alarm!
Dat is bij zinnen ook zo. Je krijgt een seintje, bijvoorbeeld: let op! Er komt nu een uitleg aan.
Slide 10 - Slide
Signaalwoord: uitleg
Ik ben moe, WANT
ik had gisteren een feestje.
Want = signaalwoord dat zegt: let op, er komt een uitleg!
Slide 11 - Slide
Signaalwoordendie horen bij een opsomming
als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot
Slide 12 - Slide
Wat is het signaalwoord in deze zin?
Als eerste wil ik zeggen dat ik er morgen een voetbalwedstrijd heb en daarnaast dat ik daar veel zin in heb.
A
Als eerste
B
daarnaast
Slide 13 - Quiz
Wat is het signaalwoord in deze zin?
Ik ga hardlopen. Het is mooi weer en bovendien vind ik het leuk om te doen!
A
het
B
bovendien
Slide 14 - Quiz
Wat is het signaalwoord in deze zin?
Deze opdracht was moeilijk en daarnaast was het heel veel werk!
A
moeilijk
B
daarnaast
Slide 15 - Quiz
Wat is het signaalwoord in deze zin?
Tot slot wil ik zeggen dat deze reis me heel veel heeft geleerd.
A
Tot slot
B
dat
Slide 16 - Quiz
Opdracht
timer
1:00
Wat
'Een-minuut-verhaaltje'
Typ in één minuut een verhaaltje met zoveel mogelijk signaalwoorden die een opsomming aangeven. Bijvoorbeeld: en, ook, verder, ten eerste/ten tweede/ten derde, in de eerste plaats/in de tweede plaats, daarnaast, bovendien, vervolgens, ten slotte, als laatste
Hoe
Individueel
Hulp
Geen
Tijd
1 minuut
Uitkomst
Ik vraag drie mensen om hun verhaaltje voor te lezen.
Slide 17 - Slide
Individueel werken
timer
10:00
Wat
Maak online van hoofdstuk 2.3 (Lezen) opdracht 11 en 15.
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Vragen via de microfoon
Tijd
10 minuten
Uitkomst
We gaan na 10 minuten de antwoorden bespreken en dan geef ik willekeurig mensen de beurt om te vragen wat het antwoord is
Klaar
Werk online verder aan opdracht 12, 13 en 14 (dat is huiswerk voor woensdag)
Slide 18 - Slide
Samenvatting van de les
Jij kunt nu
signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
Huiswerk
Maak van hoofdstuk 2.3 (Lezen) opdracht 11 t/m 15 (online)
Vul het Exit Ticket in - daarna mag je weekend gaan vieren!