Je gaat deze week een tekst schrijven voor in een reclamefolder. Daar werken we iedere les aan. Je wilt dat als mensen jouw tekst lezen, ze het product gaan kopen. Je kiest uit: een badeend of een fietsbel.
Wat moet er in de tekst staan?
- 150 woorden
- 15 bijvoeglijk naamwoorden
- de prijs van het product
- waar het van gemaakt is /wat je ermee kan / wat er zo goed aan is