What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
hoofdstuk 5
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
de ontkenning
ne ... pas
en andere ontkenningen
Slide 3 - Slide
Réviser: de ontkenning
Waaruit bestaat de ontkenning in het Frans?
Waar in de zin staat de ontkenning?
Slide 4 - Slide
Maak ontkennend met ne.... pas :
Je travaille.
ne'
pas
travaille
je
Slide 5 - Drag question
Maak ontkennend:
Adrien a déménagé.
A
Adrien ne a pas déménagé.
B
Adrien n'a pas déménagé.
C
Adrien a ne déménagé pas.
D
Adrien n'a déménagé pas.
Slide 6 - Quiz
Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans
Slide 7 - Quiz
Maak ontkennend:
Adrien a de nouveaux amis.
A
Adrien n'a de nouveaux amis.
B
Adrien n'a pas de nouveaux amis.
C
Adrien a ne de pas nouveaux amis.
D
Adrien a de nouveaux ne amis pas.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Voeg de juiste ontkenningen bij elkaar
Nog niet
Niet meer
Niet/geen
Nooit
Niets
Ne ... pas
Ne ... pas encore
Ne ... jamais
Ne ... rien
Ne ... plus
Slide 11 - Drag question
Sleep de juiste vertalingen van de ontkenningen naar elkaar toe.
niet/geen
nooit
niet meer
nog niet
niets
ne ... rien
ne ... pas encore
ne ... pas
ne ... jamais
ne ... plus
Slide 12 - Drag question
Verbind de ontkenning met de juiste vertaling. Je houdt 2 Franse vertalingen over.
nooit
niet meer
niets
ne pas
ne... jamais
ne ... rien
ne ... pas encore
ne ... plus
Slide 13 - Drag question
VRAAGZINNEN FRANS
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Welke vraagzinnen zijn correct?
2 antwoorden zijn goed!
A
Tu as un téléphone?
B
Est ce que tu as un téléphone?
C
Est-ce qu' tu as un téléphone?
D
Est-ce que tu as un téléphone?
Slide 16 - Quiz
Welke vraagzinnen zijn goed?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Il fait du foot.
B
Est-ce qu'il fait du foot?
C
Il fait du foot?
D
Il fait du foot est-ce que?
Slide 17 - Quiz
Zinnen vragend maken
We hebben twee soorten vraagzinnen:
Vraagzinnen zonder vraagwoord
Heb jij een hond?
Vraagzinnen met vraagwoord
Waarom
heb jij een hond ?
Slide 18 - Slide
vraagwoorden
où
waar
Tu
habites où?
quand
wanneer
Quand
est ton anniversaire?
comment
hoe
Comment
tu t'appelles?
combien (de)
hoeveel
Tu veux
combien
de
frites?
pourquoi
waarom
Pourquoi
tu fais du sport?
qui
wie
Qui
est ton prof de maths?
qu'est-ce que
wat
Qu'est-ce que
tu aimes manger?
Slide 19 - Slide
Onderdeel F
Oefening 26: zoek de zinnen op in de tekst
Slide 20 - Slide
Ben je gezond?
Slide 21 - Open question
Ik ben nooit ziek
Slide 22 - Open question
Omdat ik het leuk vind om te bewegen
Slide 23 - Open question
Eet jij goed?
Slide 24 - Open question
Ik eet veel fruit
Slide 25 - Open question
More lessons like this
hoofdstuk 5
February 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ontkenning
February 2024
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Ontkenning
June 2022
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Bron D deel 2
April 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
frans
June 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Week 21 la négation
May 2024
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 5.2
April 2024
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3hv PASSÉ COMPOSÉ En ontkenningen
10 days ago
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3