Les 26

Wat te doen vandaag.....

- terugblik
- uitleg persoonsvorm t.t
- zelf aan de slag
- afsluiting

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat te doen vandaag.....

- terugblik
- uitleg persoonsvorm t.t
- zelf aan de slag
- afsluiting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Het haardvuur (branden) erg goed en geeft veel warmte af.

Slide 4 - Open question

Lesdoel 
Je leert vandaag de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen (Les 26) 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Het groepje leerlingen (studeren) hard voor PTO 2.

Slide 7 - Open question

Ik wed dat je het wachtwoord niet (raden)

Slide 8 - Open question

Mijn oma (benijden) haar kennissen die elk puzzelwoord onthouden.

Slide 9 - Open question

Hoe je het ook (wenden) of keert, de toekomst wordt steeds digitaler.

Slide 10 - Open question

Hoeveel keer had je persoonsvorm goed opgeschreven?
4 keer goed
3 keer goed
Minder dan 2 keer goed.

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Slide

Samenvatting: 
Regels persoonvorm in tegenwoordige tijd
De  ik-vorm. 
Je haalt -en van het hele werkwoord af. 
Bijvoorbeeld: ik loop, ik vind, ik word). 

Hij, zij, het, men: voor of achter de PV ik-vorm + t. 
( Hij wordt, zij loopt, men vindt, het vindt, ...) 
Let op: Jij vindt /////  vind jij?

Tip: spreek de persoonsvorm uit en luister of je de 't' hoort. Hoor je de 't'? Dan schrijf je hem op







Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De vogel (zweven) hoog boven het grasveld.

Slide 17 - Open question

(Vinden) je trainer dat geen goed idee?

Slide 18 - Open question

Uitleg
Vindt // je trainer // dat // geen goed idee?


Stappenplan
1. Deel de zin in zinsdelen.
2. Zoek het onderwerp van de zin: wie vindt? => Je trainer
3. Je trainer: dat is een man of een vrouw. Dus: hij of zij.

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?
Afmaken les 13 opdracht 1 t/m 8 blz. 30/31 
Maken les 26 opdracht 1 t/m 10 blz. 56 en 57
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen

Slide 20 - Slide