Meesterlijk Lezen: Begrijp de Tekst!

Meesterlijk Lezen: Begrijp de Tekst!

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de hoofdgedachte, tekstdoelen en signaalwoorden toepassen in de tekst.

Wat weet je al over leesvaardigheid?

Wat is leesvaardigheid?

Leesvaardigheid is het begrijpen en verwerken van een tekst. Het omvat het identificeren van de hoofdgedachte en tekstdoelen.

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte is de belangrijkste boodschap of het belangrijkste idee in een tekst. Het vertelt waar de tekst over gaat.

Tekstdoelen

Tekstdoelen zijn de redenen waarom een auteur een tekst schrijft, bijvoorbeeld informeren, overtuigen of amuseren.

Signaalwoorden

Signaalwoorden zijn woorden die verbanden leggen binnen een tekst, zoals 'eerst', 'daarom', 'conclusie' en 'bijvoorbeeld'.

Herkennen van de hoofdgedachte

Lees de tekst en identificeer de centrale boodschap of het belangrijkste idee dat de auteur probeert over te brengen.

Analyseren van tekstdoelen

Lees de tekst en bepaal het doel van de auteur: informeren, overtuigen, amuseren, etc.

Op zoek naar signaalwoorden

Lees de tekst en markeer de woorden die verbanden leggen of structuur aanduiden.

Toepassen in de tekst

Lees een nieuwe tekst en pas de kennis van hoofdgedachte, tekstdoelen en signaalwoorden toe.

Oefening: Hoofdgedachte

Lees de korte tekst en bepaal de hoofdgedachte. Bespreek daarna in groepen wat de hoofdgedachte is.

Oefening: Tekstdoelen

Lees de tekst en bepaal het doel van de auteur. Bespreek daarna in groepen welk doel de tekst heeft.

Oefening: Signaalwoorden

Lees de tekst en markeer de signaalwoorden. Vergelijk daarna in groepen welke woorden zijn gemarkeerd.

Toepassen in de praktijk

Lees een nieuwe tekst en pas de kennis van hoofdgedachte, tekstdoelen en signaalwoorden toe. Bespreek daarna gezamenlijk de uitkomsten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.