ww op -er + ontkenningen

Traduis: l'enfant
A
de afspraak
B
het kind
C
de zus
D
het kledingstuk
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Traduis: l'enfant
A
de afspraak
B
het kind
C
de zus
D
het kledingstuk

Slide 1 - Quiz

Traduis: acheter
A
voorbereiden, maken
B
eten
C
kopen
D
houden van

Slide 2 - Quiz

Traduis: Tu cherches
A
hij vindt
B
wij zoeken
C
jij zoekt
D
jullie vinden

Slide 3 - Quiz

Traduis: la viande
A
het vlees
B
lekker
C
de groente
D
de maaltijd

Slide 4 - Quiz

Traduis: lopen
A
regarder
B
trouver
C
rester
D
marcher

Slide 5 - Quiz

Traduis: de winkel
A
la boulangerie
B
le magasin
C
le vêtement
D
l'oignon

Slide 6 - Quiz

Traduis: Ik wil graag een croissant
A
je voudrais un croissant
B
je voudrais une croissant
C
j'aime le croissant
D
je préfère un croissant

Slide 7 - Quiz

Zet het werkwoord in de goede vorm: Tu (parler)...........

Slide 8 - Open question

Zet het werkwoord in de goede vorm:
Vous (aimer)......................

Slide 9 - Open question

Zet het werkwoord in de goede vorm:
Ils (regarder).................

Slide 10 - Open question

Zet het werkwoord in de goede vorm:
Tim (donner)....................

Slide 11 - Open question

Vul in: ne......pas of n'.......pas:
Elle ---- cherche---- le marché

Slide 12 - Open question

Traduis :
Elle ne cherche pas le marché.

Slide 13 - Open question

Vul in: ne......pas of n'.......pas:
Vous ---- avez ----- une pizza.

Slide 14 - Open question

Vul in: ne......pas of n'.......pas:
Je ------ habite----- à Epe.

Slide 15 - Open question