les 5 week 37

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui

Slide 1 - Slide

Wie is aanwezig?
Heb jij je werkboek en je schrift bij? Geef het aan als je ze niet op orde hebt!

Slide 2 - Slide

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je?

Slide 3 - Mind map

Wat gaan we vandaag doen?
- planagenda
- nakijken
- stam op s-klank uitleg
zelfstandig woordjes leren
- luisteropdrachten klassikaal 
- zelfstandig werken

Slide 4 - Slide

Planagenda:
Huiswerk: 26 september 2024
  • blz. 22 opdr. 9 + 10
  • vanaf blz. 23 opdr. 1 / 2 / 3 / 5 
  • blz. 50 boven (Redemittel) overschrijven in je schrift (D en NL)


toets schrijfopdracht: 10 oktober 2024  (2de lesuur)
--> woordenboek meenemen! NL-D



timer
3:00

Slide 5 - Slide

nakijken 


Huiswerk nakijken

timer
3:00

Slide 6 - Slide

Luisteropdrachten
Uitspraak oefenen

opdracht 4 blz. 19

Slide 7 - Slide

opdracht 5 en 6 

Slide 8 - Slide

in stilte woordjes leren
blz. 49 + 50 (Redemittel boven)
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Maak het rijtje voor het werkwoord:
kaufen
timer
2:00

Slide 10 - Open question

Het werkwoord heißen vervoegen

Slide 11 - Slide

Maak de stam van 
machen -->

reisen --> 

spielen--> 

küssen --> 

Slide 12 - Slide

De stam eindigt op -s / -ß / -z

Slide 13 - Slide

De stam eindigt op -s / -ß / -z
wohnen- stam: wohn-

ich wohn
du wohnst
er wohnt
sie wohnt
es wohnt
heißen - stam: heiß-

ich heiße
du heißt
er heißt
sie heißt
es heißt

Slide 14 - Slide

Maak het rijtje voor het werkwoord: reisen 
--> zoek eerst de stam van het werkwoord, zet daarna de uitgang achter
--> eindigt de stam op een -s / -ß / -z ?

ich _______________
du _______________
er ________________
sie _______________
es _______________

Slide 15 - Slide

blz. 21 opdracht 8

Slide 16 - Slide

zelfstandig en stil werken:
  • huiswerk in de les, zie planagenda



timer
10:00
Klaar?:  huiswerk afvinken in je planagenda, daarna:

  • op blz. 50 zinnen boven (Redemittel) overschrijven in je schrift en leren 

Slide 17 - Slide

Tschüss

Slide 18 - Slide