H4.7 Grammatica

H1.3 Lezen
Welk
patroon is 
uniek? 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1.3 Lezen
Welk
patroon is 
uniek? 

Slide 1 - Slide

Programma
  • Presentatie
  • Start H4.7 Grammatica
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Zinsontleden stap voor stap
Bladzijde 203 - stappenplan
  1. Persoonsvorm
  2. Zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
  3. Gezegde
  4. Onderwerp
  5. Eventueel lijdend voorwerp

Slide 3 - Slide

Het gezegde: 
In het Nederlands heb je twee soorten zinnen:
  • Zinnen waarin iemand iets doet
  • Zinnen waarin iemand iets is

Zinnen waarin iemand iets doet = WG:       Ik geef les. 
Zinnen waarin iemand iets is = NG:              Ik ben docent.

Slide 4 - Slide

WG                                 NG
- DOE-zin
- Actie/handeling
- het OW DOET iets
- alleen maar werkwoorden 
- er kan een LV in staan 
- ZIJN-zin
- een vorm van de 9 kww 
- Het OW IS iets
- bestaat uit werkwoorden 
   én naamwoorden(ZN of BN:
   --> eigenschap/kenmerk
         van het OW) 
- bevat nooit een LV

Slide 5 - Slide

WG of NG? 
Je moet bij elke zin kiezen tussen een naamwoordelijk gezegde OF een werkwoordelijk gezegde. Ze zitten nooit allebei in de zin. 

Werkwoordelijk gezegde:
het onderwerp doet iets --> alle werkwoorden in de zin + 'aan het' of 'te'
Naamwoordelijk gezegde:
het onderwerp is iets --> alle werkwoorden + naamwoorden (ZN of BN)

Slide 6 - Slide

Welke vraag stellen we om het onderwerp in de zin te vinden?

Slide 7 - Open question

Welke vraag stellen we om het lijdend voorwerp in de zin te vinden?

Slide 8 - Open question

Waar bestaat het WG (werkwoordelijk gezegde) uit?

Slide 9 - Open question

Waar bestaat het NG (naamwoordelijk gezegde) uit?

Slide 10 - Open question

H4.7 Grammatica
Klassikaal:
maken opdracht 1, zin b - c en d 




Slide 11 - Slide

H4.7 Grammatica

Slide 12 - Slide

Samengestelde zinnen:
Twee hoofdzinnen:
  • Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar

Een hoofdzin + een bijzin:
  • Persoonsvorm en onderwerp staan uit elkaar
  • Alle werkwoorden (dus ook de pv) staan aan het einde van de zin

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Zelfstandig werken:
Afmaken opdracht 1 
daarna verder met opdracht 3 t/m 5

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Herhaling:

Slide 16 - Slide

Aan de slag!

Slide 17 - Slide

H4.7 Grammatica

Slide 18 - Slide

H4.7 Grammatica
Zelfstandig aan de slag: 
maken opdracht 6 en 7 + 9 en 10 

Slide 19 - Slide