Les 1 - periode 6

Trainingskunde
Testen, meten en begeleiden


Leerjaar 2, Periode 6
2023 - 2024
1 / 17
next
Slide 1: Slide
TrainingskundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Trainingskunde
Testen, meten en begeleiden


Leerjaar 2, Periode 6
2023 - 2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG

  • Terugkoppeling Trainingsschema
  • Evaluatie + reflecteren periode 1
  • Periodedoelen
  • Lesdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

TERUGKOPPELING TRAININGSSCHEMA
Er zijn: 
- 3 onvoldoendes / niet ingeleverd -- 10
- 11 voldoendes -- 7
- 7 goed -- 4

Waar zit het verschil tussen een onvoldoende / voldoende / goed in?


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

PERIODEDOEL
Aan het einde van de periode ben je bekend met de termen validiteit en betrouwbaarheid en kun je deze begrippen toepassen op verschillende test- en meetinstrumenten.

Aan het einde van de periode ben je in staat om een geschikt test- of meetinstrument te kiezen en te kunnen toepassen voor het analyseren en bijstellen van een (begin)situatie.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

LESDOEL
Aan het einde van de les ben je bekend met het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid en kun je deze twee begrippen toepassen op verschillende test- of meetinstrumenten.


Aan het einde van de les ben je bekend met de verschillende manieren voor het vaststellen van een (fysieke) beginsituatie.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

TESTEN EN METEN
Een trainer-coach werkt vaak met jongere sporters die sportieve ambitieuze doelstellingen willen realiseren. Niet één mens is gelijk, dit geldt ook voor sporters. Automatisch is dan ook de beginsituatie voor geen één sporter hetzelfde. 

Jullie als trainer-coach hebben dus de belangrijke taak om continu de (begin)situatie te analyseren en bij te stellen. 

Dit doe je door te testen en te meten! 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

METHODISCHE CYCLUS
In deze periode bevinden wij ons vooral in de eerste 3 fasen:

We onderzoeken wat het niveau is en bepalen ons doel op basis van dit niveau.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

VASTSTELLEN BEGINSITUATIE
Voordat je een trainingsbelasting ondergaat dien je een goed beeld te hebben van de prestatiebepalende factoren - WELKE ZIJN DIT OOK ALWEER?

Om de beginsituatie te kunnen vaststellen, kan je gebruikmaken van de volgende methoden:
  • anamneses;
  • tests;
  • biometingen;
  • wedstrijdanalyses

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

ANAMNESES
Anamnese is een vragenlijst of gesprek waarin je zoveel mogelijk relevante informatie probeert te verzamelen. Is altijd een onderdeel van de totale testprocedure

Beschrijf van het verleden tot nu.
Denk aan: 'inschrijfformulier, intakegesprek'.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

TEST EN METINGEN (1)
Gebruik je als aanvulling op de informatie vanuit de anamnese.
  • laboratoriumtests
    Wetenschappelijk onderbouwd. Doorgaans één detail testen.
    Voorbeelden: VO2max; HB
  • veldtests
    Vaak minder betrouwbaar. Kunnen door trainer-coach zelf worden uitgevoerd. Globaal beeld van meerdere factoren.
    Voorbeelden: sit- and reach; 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

TEST EN METINGEN (2)
Onder laboratoriumtests kunnen ook tests als biometingen vallen. Gaat dan om lichaamssamenstellingen meten.

Onder veldtesten kunnen ook wedstrijdanalyses vallen. We hebben al geleerd dat de wedstrijd de beste training is. Is het dan ook niet zo dat de trainer-coach hieruit de meeste én beste informatie kan halen?

Wat vind jij?!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

BETROUWBAAR TESTEN EN METEN
Betrouwbaarheid:
Bij herhaaldelijk dezelfde test kom je tot dezelfde resultaten.

Bijvoorbeeld: Je doet de 60m sprinttest op een nat grasveld en volgende keer op een verharde baan! - ONBETROUWBAAR!

Validiteit:
Je meet graag wat je wilt meten. 

Bijvoorbeeld: Je wilt de maximale snelheid van een sporter testen en gebruik hiervoor een 60m sprinttest - VALIDE


Hoe kunnen we deze twee gegevens versterken zodat een test betrouwbaar én valide is?

Slide 14 - Slide

Objectieve meting
Dezelfde omstandigheid testen

Voorbeelden:
  • bloeddruk bij twee verschillende artsen op twee verschillende manieren
  • Gewicht altijd op hetzelfde moment meten!
  • Gebruik de test die bedoeld is voor het resultaat die je wilt krijgen. Een 5x10m sprint voor maximale snelheid is niet valide. 
  • Niet valide, niet betrouwbaar: 
    Moeilijke woorden in een toets gebruiken waardoor kennis van trainingskunde niet meer wordt bevraagd.

timer
5:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

TESTEN
Zoek in tweetallen een fysieke test op. (Dit mag ook een deelcomponent uit een grotere test zijn):

  • Onderzoek wat de test meet
  • Onderzoek of deze betrouwbaar is
  • Onderzoek of deze valide is

  • Bedenk hoe jij deze test zou vormgeven om validiteit en betrouwbaarheid te maximaliseren!!! Schrijf dit op in een half a4-tje.
Oftewel: schrijf een kort testinstrument die haalbaar is (we gaan deze uitvoeren!!!)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

.. EN VOLGENDE WEEK DAN?
  • Het lichaam in cijfers (meten = weten)
  • Meten van de bewegingseigenschappen
  • Shuttle-run test onder de loep nemen!?! (betrouwbaar / valide?!)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions