2B Aan elkaar of los

Cristina - Hamza A. 
Eray - Aya
Maryam - Awab
Isa - Mihhail
Hamza K.  - Yash - Giulia
Murat A. - Romaissa - Amna
Oumaima - Yero 
Hana - Sarah 
Sara - Firdaouz 
Rania - Aleisha
Murat O. - Fatima
Bureau
Deur
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Cristina - Hamza A. 
Eray - Aya
Maryam - Awab
Isa - Mihhail
Hamza K.  - Yash - Giulia
Murat A. - Romaissa - Amna
Oumaima - Yero 
Hana - Sarah 
Sara - Firdaouz 
Rania - Aleisha
Murat O. - Fatima
Bureau
Deur

Slide 1 - Slide

Welkom!
Meld je vast aan bij LessonUp

Slide 2 - Slide

Programma
Herhaling hoofdletters en leestekens
Uitleg: aan elkaar of los
Samen oefenen
Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Hoofdletter!
Geen hoofdletter!
christendom
herfst
portugese wijn
mevrouw van de klip
greenpeace
ijstijd
kerstboom
suikerfeest
edith stein college

Slide 4 - Drag question

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruik je bij directe rede:
Ik zei: 'Ruim je kamer nou eens op!'

Geen aanhalingstekens bij indirecte rede en gedachten:
Ik dacht: welk shirt zal ik vandaag aantrekken?
Hij vroeg of zij hem kon helpen met verhuizen. 

Slide 5 - Slide

'Ik ga vanavond vroeg naar bed', zei Erik
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

'Wat zal ik vanavond eens eten?', dacht Nathan
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Vroeg Yassin of hij je fiets mocht lenen?
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Uitleg: aan elkaar of los
Samenstellingen worden in het Nederlands aan elkaar geschreven

Tennis + racket = tennisracket
Training + broek = trainingsbroek

In het Nederlands schrijven we vrij veel woorden aan elkaar

Slide 9 - Slide

Uitleg: aan elkaar of los
Samenstellingen van drie woorden of minder

bruinebonensoep
tuinman
zonnebril

Verschil bruinebonensoep en bruine bonensoep?


Slide 10 - Slide

Uitleg: aan elkaar of los
Woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar + een voorzetsel

Hierom, hierdoor, daardoor, erachter


Slide 11 - Slide

Uitleg: aan elkaar of los
Getallen met honderd en duizend

Vijfhonderd, zestienduizend


Slide 12 - Slide

Uitleg: aan elkaar of los
Samengestelde werkwoorden:

Autorijden, goedkeuren, pianospelen


Slide 13 - Slide

Uitleg: aan elkaar of los
Samenstellingen van een bijvoeglijk naamwoord met een deelwoord

Dichtbevolkt, veeleisend, stomverbaasd


Slide 14 - Slide

Wat is goed?
A
blinde darm ontsteking
B
blindedarm ontsteking
C
blinde darmontsteking
D
blindedarmontsteking

Slide 15 - Quiz

Wat is goed?
A
twaalfduizend
B
twaalf duizend

Slide 16 - Quiz

Wat is goed?
A
drie miljoen
B
driemiljoen

Slide 17 - Quiz

Wat is goed?
A
laag opgeleid
B
laagopgeleid

Slide 18 - Quiz

Wat is goed?
A
lange afstand loper
B
langeafstand loper
C
lange afstandloper
D
langeafstandloper

Slide 19 - Quiz

Wat is goed?
A
fijne parkeer plaats
B
fijneparkeer plaats
C
fijne parkeerplaats
D
fijneparkeerplaats

Slide 20 - Quiz

Wat is goed?
A
Er onder door
B
Er onderdoor
C
Eronder door
D
Eronderdoor

Slide 21 - Quiz

Wat is goed?
A
smoor verliefd
B
smoorverliefd

Slide 22 - Quiz

Wat is goed?
A
Hier van
B
Hiervan

Slide 23 - Quiz

Wat is goed?
A
rijke verkoopster
B
rijkeverkoopster

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken
Maken: opdracht 1 en 2 (p. 184) 
Je werkt in je schrift

Aan het eind van de les kijken we dit na
Klaar? Lees verder in je boek

Slide 25 - Slide