Diëten en allergenen

Diëten en allergenen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Diëten en allergenen

Slide 1 - Slide

Waarom eten we eigenlijk?
Honger, gezelligheid, stress/verdriet/ gezond blijven/ beter worden/ in leven blijven

Slide 2 - Slide

Drie functies van eten
  • Lichamelijke functie
  • Geestelijke functie
  • Sociale functie 

Slide 3 - Slide

Lichamelijke functie
  • Je krijgt er energie van! Lopen, werken, verteren van voedsel, werking van je hart. 
  • Repareren/ herstel en groeien: beter worden als je ziek bent, wonden laten herstellen/groeien.
  • Beschermen tegen ziektes.

Slide 4 - Slide

Geestelijke functie
  • Voeding kan zorgen voor een moment van ontspanning

  • Je kunt je emoties weg-eten ( verdriet/ijs of chocolade eten!)

Slide 5 - Slide

Sociale functie
  • Met voeding kan je iets vieren! Gezellig samen zijn! Bij elk feest hoort bepaalde voeding.


  • Machtsmiddel: als jij je bordje niet leeg eet dan……

Slide 6 - Slide

Wat staat er in de
Schijf van Vijf?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Wat zit er in eten?
  • Eiwitten
  • Koolhydraten
  • Vitamines en mineralen
  • Vetten
  • Water

Slide 9 - Slide

Welke voedingsstoffen zitten er vooral in groente wat het zo gezond maakt?
A
Suikers
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten
D
Eiwitten en vetten

Slide 10 - Quiz

Wat zijn alleen maar voorbeelden van voedingsstoffen?
A
Vetten, koolhydraten, vitamines en water
B
vitamines, mineralen, suikers en koolhydraten
C
vetten, koolhydraten, vitamines en water
D
rijst, wortels, gehakt en melk

Slide 11 - Quiz

Welke ingrediënten zitten
er in een
friet kapsalon?

Slide 12 - Mind map

Ingrediënten
Ingrediënten zijn de afzonderlijke voedingsmiddelen die samen een voedingsmiddel of gerecht vormen. 

Slide 13 - Slide

Wat zijn allergenen?
A
Stoffen in voedsel die de smaak verbeteren
B
Stoffen in voedsel die een allergische reactie kunnen geven
C
Stoffen in voedsel die de houdbaarheid verlengen
D
Stoffen in voedsel die de kleur veranderen

Slide 14 - Quiz

Veel voorkomende allergenen


Gluten, ei, vis, schaaldieren, noten ,soja, lactose, pinda’s

Slide 15 - Slide

In eigen woorden:
wat is een dieet?

Slide 16 - Mind map

Een dieet
Is een speciale samenstelling van voedingsmiddelen. 

Slide 17 - Slide

Wat is GEEN rede om een dieet voorgeschreven te krijgen
A
Bij ouder worden
B
Bij overgevoeligheid
C
Om af te vallen
D
Bij een ziekte

Slide 18 - Quiz

Soorten diëten
  • Energie beperkt dieet
  • Natriumbeperkt dieet 
  • Diabetes dieet
  • Glutenvrij dieet
  • Lactose vrij dieet

Slide 19 - Slide

Welke doelgroep krijgt een energie beperkt dieet voorgeschreven?
A
Mensen met ADHD
B
Kinderen tussen 5 en 12 jaar oud
C
Mensen die veel sporten
D
Mensen met overgewicht

Slide 20 - Quiz

Wat moet je beperkt eten bij een natrium beperkt dieet?
A
Suiker
B
Zout
C
Vet
D
Zuivel

Slide 21 - Quiz

Wat kun je eventueel gebruiken als vervanger van zout bij een natrium beperkt dieet?
A
Zeezout
B
Zoutjes
C
Dieetzout
D
Badzout

Slide 22 - Quiz

Diabetesdieet
Doel: 
Om de bloedglucose ( bloedsuiker) zo normaal mogelijk te houden bij mensen met diabetes. ( zorgen dat de bloedsuikerspiegel niet te hoog of te laag wordt) 

Slide 23 - Slide

In welke voeding
zitten gluten?

Slide 24 - Mind map

Gluten 
Zitten o.a. in:

gewoon brood en graanproducten, koek, sauzen, snoep, pasta’s 

Slide 25 - Slide

Waar zitten GEEN gluten in?
A
Kant-en-klare pannenkoek
B
Gekookt ei
C
Rijst
D
Macaroni

Slide 26 - Quiz

Lactose
Is een ander woord voor melksuiker.

Het zit in producten waar melk in zit.

Slide 27 - Slide

Wat zijn voorbeelden
van voeding waar
lactose in zit?

Slide 28 - Mind map

Wat is GEEN voorbeeld van een lactosevrij product?
A
Cappuccino
B
Sojamelk
C
Verse sinaasappelsap
D
Cola

Slide 29 - Quiz

Keuzemenu
Is een mogelijkheid om cliënten in een woonzorgcentrum te laten kiezen tussen twee verschillende menu's (bijvoorbeeld vegetarisch in plaats van vlees).

Slide 30 - Slide

Bij boodschappen doen voor een cliënt, laat je deze achteraf de kassabon controleren.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 31 - Quiz

Lesstof voor de toets
  • Informatie uit je eigen presentatie
Uit blauwe boek:
  • Bladzijde 316 t/m 319 (26.3 en 26.4)
  • Bladzijde 155 t/m 161  

Slide 32 - Slide