4.6 Reageren met hormonen

4.6 Reageren met
       hormonen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4.6 Reageren met
       hormonen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik vorige les
  • Bespreken par. 4.6
  • Opdrachten maken          Maken par. 4.6 opdr. 3 t/m 12
  • Snel klaar?          Nakijken opdrachten
  • Exit ticket

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je weet hoe je lichaam via hormonen kan reageren op prikkels.

Je weet hoe hormonen worden gemaakt en verspreid in het lichaam.

Je weet welke functies hormonen hebben.

Slide 3 - Slide

Wat weten we al over hormonen?

Slide 4 - Slide

2 manieren van reageren
Zenuwstelsel: via impulsen van en naar de hersenen

Hormonen: via regelstoffen gemaakt in hormoonklieren.

Sommige hormoonklieren worden geactiveerd door impulsen via zenuwen, andere worden geactiveerd door hormonen uit andere hormoonklieren.

Slide 5 - Slide

Waar zitten de 
hormoonklieren?

Hypofyse: bij de hersenen
Schildklier: in de hals
Bijnieren: bij de nieren ;) 
Eilandjes van Langerhans: in de 
alvleesklier
Teelballen/Eierstokken: bij de 
geslachtsorganen
Hoe gaat een hormoon dan van A naar B?

Slide 6 - Slide

Welke hormonen worden waar aangemaakt?

Slide 7 - Slide

Hypofyse
  1. Groeihormoon
  2. Hormonen die schildklier activeren
  3. Hormonen die eierstokken en                                                  zaadballen activeren

Slide 8 - Slide

Schildklier
Schildklierhormoon: is belangrijk bij
verbranding van voedingsstoffen.

Slide 9 - Slide

Eilandjes van Langerhans
Insuline en glucagon: reguleren het
suiker(/glucose)gehalte in je bloed

Slide 10 - Slide

Bijnieren
Adrenaline: wordt aangemaakt in 
spannende situaties om het 
glucosegehalte te reguleren.

Slide 11 - Slide

Eierstokken
Oestrogeen: helpt bij het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken bij vrouwen en helpt bij het rijpen van eicellen voor de bevruchting.

Slide 12 - Slide

Zaadballen
Testosteron: helpt bij het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken bij mannen en helpt bij het aanmaken van zaadcellen voor de bevruchting.

Slide 13 - Slide

Planning
  • Terugblik vorige les
  • Bespreken par. 4.6 
  • Opdrachten maken          Maken par. 4.6 opdr. 3 t/m 12
  • Snel klaar?          Nakijken opdrachten
  • Exit ticket

Slide 14 - Slide