FP 19 Vervolg Bloedstolling

• Farm
• MBO
• Studiejaar 2

H19 Vervolg Bloedstolling

Antitrombotica

Afspraken BSP les

Op tijd in de les zijn

Lesmateriaal meenemen

Opdrachten gemaakt

Mobiel in de tas

Tas op de grond

Geen oortjes in

Vragen

Hebben jullie vragen over de vorige les?

Uit welke onderdelen bestaat bloedstolling

Trombocytenaggregatie

fibrine vezels

Trombocyten

Aggregatie

Remmer

Vitamine K

Antagonist

DOAC

Heparine

Trombo

lyticum

Clopidogrel

Acenocoumarol

Dabigatran

Nadroparine

Streptokinase

Trombocytenaggregatieremmers

- Maagbescherming

- KNMP

www.farmacotherapeutischkompas.nl

www.hartstichting.nl

Trombocyten

Aggregatie

Remmer

Vitamine K

Antagonist

DOAC

Heparine

Trombo

lyticum

Clopidogrel

Acenocoumarol

Dabigatran

Nadroparine

Streptokinase

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Rivaroxaban?

1. Trombocyten aggregatieremmers
2. Heparines
3. Vitamine K antagonisten
4. DOAC

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Prasugrel?

1. Trombocyten aggregatieremmers
2. Heparines
3. Vitamine K antagonisten
4. DOAC

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Acetylsalicylzuur?

1. Trombocyten aggregatieremmers
2. Heparines
3. Vitamine K antagonisten
4. DOAC

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Acenocoumarol?

1. Trombocyten aggregatieremmers
2. Heparines
3. Vitamine K antagonisten
4. DOAC

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Nadroparine?

1. Trombocyten aggregatieremmers
2. Heparines
3. Vitamine K antagonisten
4. DOAC

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Fenprocoumon?

1. Trombocyten aggregatieremmers
2. Heparines
3. Vitamine K antagonisten
4. DOAC

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Streptokinase?

1. Trombocyten aggregatieremmers
2. Trombolytica
3. Vitamine K antagonisten
4. DOAC

Welke anticoagulantia beïnvloeden de stolling INDIRECT?

1. Directe orale anticoagulantia
2. Heparines
3. Trombocyten aggregatieremmers
4. Vitamine K antagonisten

Welke farmacotherapeutische groep beïnvloeden de hechting van bloedplaatjes aan de vaatwand?

1. Directe orale anticoagulantia
2. Heparines
3. Trombocyten aggregatieremmers
4. Vitamine K antagonisten

Welke farmacotherapeutische groep hecht zich in de lever waar ook vitamine K zich hecht?

1. Directe orale anticoagulantia
2. Heparines
3. Trombocyten aggregatieremmers
4. Vitamine K antagonisten

Welke subcutane anticoagulantia beïnvloeden de stolling DIRECT (via trombine)?

1. Directe orale anticoagulantia
2. Heparines
3. Trombocyten aggregatieremmers
4. Vitamine K antagonisten

Welke farmacotherapeutische groep remt de stollingsfactor trombine af of Factor Xa?

1. Directe orale anticoagulantia
2. Heparines
3. Trombocyten aggregatieremmers
4. Vitamine K antagonisten

Opdracht Bloedstolling

Wat heb je deze les geleerd?

Einde van de les

Dank jullie wel!