5H §8.3 Reactiesnelheid en botsende deeltjes

5H reactiesnelheid
§8.3 en §8.4
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

5H reactiesnelheid
§8.3 en §8.4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

  • Je leert over de 5 factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden.
  • Je leert de reactiesnelheid op microniveau verklaren met het botsende-deeltjesmodel.

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Reactiesnelheid

Afhankelijk van.....

1. Temperatuur
2. Soort stof

3. Concentratie

4. Verdelingsgraad

5. Katalysator


Slide 7 - Slide

Leercheck §8.3

Slide 8 - Slide

Welke van onderstaande factoren beïnvloedt NIET de reactiesnelheid?
A
Concentratie
B
Katalysator
C
Temperatuur
D
Volume

Slide 9 - Quiz

Wat gebeurt er met de reactiesnelheid als je de beginstoffen in een bak met ijswater zet?
A
Reactiesnelheid gaat omhoog
B
Reactiesnelheid blijft gelijk
C
Reactiesnelheid gaat omlaag

Slide 10 - Quiz

Als je de deeltjes van een vaste stof fijner maakt wordt de reactiesnelheid...?
A
groter
B
kleiner
C
blijft gelijk

Slide 11 - Quiz

Het botsende deeltjes model
een effectieve botsing tussen de reagerende deeltjes leidt tot een reactie

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Het botsende deeltjes model gebruiken

  1. MACRO: wat is de factor die verandert?
  2. MICRO: wat is het effect daarvan op de deeltjes
  3. MICRO: wat is het effect op het aantal effectieve botsingen?
  4. MACRO: wat is het effect op de reactiesnelheid of reactietijd (conclusie)?

Slide 14 - Slide

Leg met het botsende deeltjes model uit of een hogere temperatuur van invloed is op de duur van de reactie

Slide 15 - Open question

Leg met het botsende deeltjes model uit of verdunnen van invloed is op de duur van de reactie

Slide 16 - Open question

Als de concentratie stijgt...
A
stijgt het totaal aantal deeltjes in de reactie
B
stijgt het aantal deeltjes per mL in de reactie
C
stijgt het aantal effectieve reacties
D
stijgt de duur van de reactie

Slide 17 - Quiz

Als de temperatuur lager wordt...
A
gaan de deeltjes langzamer bewegen
B
gaan de deeltjes sneller bewegen
C
gaan de deeltjes makkelijker botsen
D
gaat de reactie minder lang duren

Slide 18 - Quiz

als zeep toegevoegd wordt, verloopt de reactie in een emulsie beter. Dit komt omdat
A
door zeep micellen gevormd worden
B
zeep als katalysator voor de reactie werkt
C
zeep de verdelings-graad vergroot omdat het de olie emulgeert
D
zeep de concentratie van de reagerende stoffen vergroot

Slide 19 - Quiz

Katalysator
  • wordt niet VERBRUIKT in de reactie
  • versnelt de reactie
  • is vaak SELECTIEF (=werkt voor één reactie)
  • verlaagt de ACTIVERINGSENERGIE

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welke reactie verloopt het snelste?
A
Endotherm,groteEact
B
Endotherm,kleineEact
C
Exotherm,groteEact
D
Exotherm,kleineEact

Slide 22 - Quiz

Welke reactie duurt het langst?
A
warm, 1 M, poeder, katalysator
B
koud, 1 M, stukje
C
warm, 10 M, stukje
D
koud, 10 M, poeder katalysator

Slide 23 - Quiz