3V SK NOVA katern les 6 Reactiesnelheid

NOVA katern 
Paragraaf 3.2

Les 6 : Reactiesnelheid


Nodig: schrift en rekenmachine 
VWO
1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NOVA katern 
Paragraaf 3.2

Les 6 : Reactiesnelheid


Nodig: schrift en rekenmachine 
VWO

Slide 1 - Slide

KATERN NOVA H3.2
Botsende deeltjesmodel en reactiesnelheid

Slide 2 - Slide

deze les
  • uitleg H3.2 Reactiesnelheid
  • filmpjes bekijken
  • opgave 12, 13 en 15 maken 

Slide 3 - Slide

leerdoelen
  • je kent de 5 factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid
  • je kunt de invloed van temperatuur, concentratie en verdelingsgraad op de reactiesnelheid uitleggen op microniveau (botsende deeltjes model)
  • je kunt de invloed van een katalysator op de reactiesnelheid uitleggen met behulp van een energiediagram

Slide 4 - Slide

Botsende deeltjesmodel

Slide 5 - Slide

Chemische reactie op microniveau
Deeltjes zijn voortdurend in beweging. Daardoor botsen zij voortdurend tegen elkaar aan. Niet alle botsingen leiden tot een chemische reactie, alleen botsingen die effectief zijn doen dat (effectieve botsingen)

Slide 6 - Slide

Voor een effectieve botsing:
  • Moeten de deeltjes in de gelegenheid zijn om tegen elkaar te botsen;
  • Moet de totale energie van de stoffen voldoende hoog zijn;
  • Moet de ruimtelijke orientatie van de deeltjes juist zijn.

Slide 7 - Slide

definitie (noteer en leer!)

MACRO                                        MICRO
reactiesnelheid = het aantal effectieve botsingen per seconde

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1. Soort stof
Stoffen die op elkaar lijken (bijvoorbeeld metalen) kunnen met een verschillende snelheid reageren.


Slide 10 - Slide

Als je het metaal magnesium verhit met een brander verbrandt het snel met fel wit licht.
Het metaal ijzer verbrandt niet als je het verhit met een brander, maar gloeit alleen.

Slide 11 - Slide

2. Verdelingsgraad

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

microniveau (noteer en leer)
MACRO      hoe groter de verdelingsgraad van de stof

MICRO       hoe groter het contactoppervlak van de deeltjes
                     hoe meer effectieve botsingen per seconde

MACRO     dus hoe groter de reactiesnelheid

Slide 14 - Slide

3. Concentratie
(aantal gram stof per liter)

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

lagere concentratie
hogere concentratie -> meer deeltjes aanwezig per liter -> meer effectieve botsingen per seconde

Slide 17 - Slide

microniveau (noteer en leer)
MACRO      hoe groter de concentratie van de stof

MICRO       hoe groter het aantal deeltjes (per volume)
                     hoe meer effectieve botsingen per seconde

MACRO     dus hoe groter de reactiesnelheid

Slide 18 - Slide

4. Temperatuur

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

lagere temperatuur
hogere temperatuur -> de deeltjes bewegen sneller -> botsen vaker -> meer effectieve botsingen per seconde

Slide 22 - Slide

lagere temperatuur
hogere temperatuur -> de deeltjes bewegen sneller -> botsen harder -> meer effectieve botsingen per seconde

Slide 23 - Slide

microniveau (noteer en leer)
MACRO      hoe hoger de temperatuur van de stof
MICRO       hoe sneller de deeltjes bewegen. Dit heeft 2 effecten:
                     1. meer botsingen
                     2. hardere botsingen 
                      dus: veel meer effectieve botsingen per seconde
MACRO     dus hoe groter de reactiesnelheid

Slide 24 - Slide

Temperatuur
Vuistregel:
--> bij een verhoging van de temperatuur met 10 graden Celcius --> wordt de reactiesnelheid 2x zo groot.

Slide 25 - Slide

5. Katalysator

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Katalysator
een katalysator wordt wel GEbruikt, maar niet VERbruikt (een katalysator raakt niet op)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Eigen werk
Leren: H3.2 Reactiesnelheid
maken: opgave 12, 13 en 15
vergeet je antwoorden niet na te kijken met het uitwerkingenboekje (Magister)

Slide 30 - Slide

Heb je nog vragen over deze les of de opgaven? Noteer ze dan hier

Slide 31 - Open question